16.3 Specifieke afweer en antistoffen ll

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.3 Specifieke afweer deel 1
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.3 Specifieke afweer deel 1

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
- Kennisvragen 16.1 + korte herhaling 16.2
- Uitleg 16.3
- Opdrachten maken


Slide 2 - Diapositive

Noem een voorbeeld van mechanische afweer bij een plant

Slide 3 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van chemische afweer bij de mens en bij een plant

Slide 4 - Question ouverte

Hoe voorkomt pigment huidkanker?
(Let op je formulering!)

Slide 5 - Question ouverte

Doel 16.3
Je leert hoe de specifieke afweer ziekteverwekkers tegengaat

Begrippen:
Dendritische cellen, macrofagen, MHC-II-moleculen, antigeenpresenterende cel, B- en T-lymfocyten, T-helpercel, cytotoxische T-cel, Plasmacellen, Immunoglobulinen. 

Slide 6 - Diapositive

Samenvatting Niet-specifieke afweer 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Antigenen zijn altijd lichaamsvreemd
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

APC
Na fagocytose koppelt de macrofaag of dendritische cel antigenen van de ziekteverwekker aan een
molecuul op het celmembraan: 
het MHC-II molecuul (extra vlaggenstok!)

Hij wordt daarmee een Antigeen Presen-
terende Cel (APC). De APC gaat naar een
lympfeknoop of de milt. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Lymfe stelsel
De fagocyt (APC) verplaatst zich naar een lymfeknoop en presenteert het antigeen aan T-helper cellen (Th-cellen).

Slide 13 - Diapositive

T-helpercel
Inactieve T-helpercellen (Th-cellen) 
hebben een unieke antigeen-receptor.

Als een antigeen-receptor van een
T-helpercel past op het antigeen dat 
door de APC wordt gepresenteerd dan 
wordt deze Th-cel actief.

Slide 14 - Diapositive

T-helpercel activatie
De Th-cel activatie door een APC is de eerste stap in de specifieke afweer.

De Th-cel met een passende receptor wordt hierdoor geactiveerd.



Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Cytotoxische T cellen
De Th-cel activeert Tc-cellen (Cytotoxische T cellen) met dezelfde receptor.

De geactiveerde Tc-cellen (cytotoxische T cellen) herkennen met die receptor geïnfecteerde lichaamscellen (IC) en prikken deze lek -> cellen gaan dood (lysis).

Slide 18 - Diapositive

APC - lichaamseigen cel
Ook een geinfecteerde (of tumor-) cel kan een Antigeen Presenterende cel zijn. 

In dat geval wordt direct een Tc cel geactiveerd, zonder tussenkomst van een Th cel.



Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

B-cellen
De Th-cel activeert B-cellen met dezelfde receptor
Geactiveerde B cellen vormen plasmacellen



Slide 21 - Diapositive

Plasmacellen/ antistoffen
Plasmacellen produceren antistoffen die dezelfde vorm hebben als de receptor. 
Antistoffen worden ook wel immunoglobulines genoemd of antilichamen. 
Antistoffen binden heel specifiek aan het antigeen en dus aan de ziekteverwekker.


Antistoffen binden aan de ziekteverwekker en maken deze dood en/ of maken deze makkelijk herkenbaar voor fagocyten.



Slide 22 - Diapositive

1
2
4
5
3

Slide 23 - Diapositive

BINAS 84L
Zoek de gebeurtenissen 1 t/m 5 op in deze BINAS tabel, waar vindt je welk deel terug?

Slide 24 - Diapositive

1

Slide 25 - Diapositive

2

Slide 26 - Diapositive

3

Slide 27 - Diapositive

4

Slide 28 - Diapositive

5

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Cellulaire: met Tc cellen

Slide 31 - Diapositive

Humorale: met antistoffen

Slide 32 - Diapositive

Waarom worden virussen vooral door cellulaire afweer bestreden?

Slide 33 - Question ouverte

Ontwikkeling witte bloedcellen
25% van de witte bloed-
cellen zijn lymfocyten,
ontstaan uit dezelfde
stamcel

Slide 34 - Diapositive

Ontwikkeling witte bloedcellen
B cellen ontstaan in het
beenmerg.
Rijpen in lymfknopen.
B cellen die kunnen binden
aan lichaamseigen 
antigenen gaan dood.

Slide 35 - Diapositive

Ontwikkeling witte bloedcellen
T cellen ontstaan in het
beenmerg.
Rijpen in de thymus.
T cellen die kunnen binden
aan lichaamseigen 
antigenen gaan dood.

Slide 36 - Diapositive

Ontwikkeling witte bloedcellen
De thymus zit achter het
borstbeen en verschrompelt 
in de puberteit

Slide 37 - Diapositive

Begrippen 16.3
specifieke afweer, MHC-II moleculen, Antigeen Presenterende Cel (APC), lymfevatenstelsel, lymfeknopen, lymfocyten, B-lymfocyten, T-lymfocyten, T-helpercellen (Th -cellen), cytotoxische T cellen (Tc-cellen), B lymfocyten (B-cellen), antistoffen, plasmacellen

Slide 38 - Diapositive

BINAS 16.3
BINAS 84L1 Antigeenpresentatie
BINAS 84L2 Humorale en cellulaire immuniteit
BINAS 84N Lymfevaten en lymfoïde organen




Slide 39 - Diapositive