Brandaan H4 - Andere tekstsoorten

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 4,5

Brandaan H4 - Andere Tekstsoorten

Marijn in de woestijn

Ga ik tweetallen zitten!!

Lesdoel - Strategie

Jullie weten waar ze een verhalende tekst aan kunnen herkennen.

Jullie krijgen plezier in het lezen van een verhalende tekst.

Jullie begrijpen de inhoud van een verhalende tekst.

Bespreken

Dit boek past goed bij de basistekst

Drieduizend jaar oude farao stad ontdekt.

Waarom zal dit zijn?
Wat zijn de overeenkomsten?

Schrijf kort op welke overeenkomsten jullie hebben bedacht.

Modellen

Boekfragment uit Marijn in de woestijn van Daphne Deckers

Dit boek gaat over Marijn. Hij is in het museum om naar mummies te kijken. Maar dan gebeurt er iets geks… ineens is hij in het oude Egypte! De mensen daar zijn bang voor een vuurspugende zanddraak. Kan Marijn ze helpen? En lukt het hem om weer thuis te komen? Hieronder lees je een stukje uit het boek.

Lees de tekst

Marijn in de woestijn.

We gaan de vragen met elkaar maken.

Pak je kleurtjes erbij.

Vraag

Zoek in de tekst en onderstreep met geel.

Hoeveel hoofdpersonen zijn er in dit verhaal?

Welk woord past het best bij de inleiding

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Deze tekst is een stukje van een verhaal.
Er zijn echt gebeurde en verzonnen verhalen. Wat voor verhaal is dit, denk je?

1. een echt gebeurd verhaal
2. een verzonnen verhaal

Vraag

Zoek in de tekst en onderstreep met blauw.

Lees de inleiding nog eens goed. 

Welk woord past het beste bij dit boek?

verdrietig, spannend, bang

Onderstreep woorden waardoor je denkt dat het bij de bovenstaande woorden past.

Welk woord past het best bij de inleiding

1. verdrietig
2. spannend
3. bang
4. leerzaam

Marijn vindt het fijn om zijn vader weer te zien. In welke zin kun je dat niet lezen?

1. …, maar voor Marijn voelde het elke keer alsof hij naar een andere wereld ging.
2. Hij vond het altijd weer leuk om zijn vader op het perron te zien staan.
3. Hij deed zijn rugzak om en rende met blije sprongen naar zijn vader.
4. ‘Ik vind het altijd leuk met jou’, zei Marijn.

Marijn en zijn vader lopen lachend en dollend de stationshal uit naar buiten. Wat betekent dollend?

1. ze draaien rondjes
2. ze geven dikke zoenen
3. ze vinden elkaar leuk
4. ze maken grapjes

Vraag

Zoek in de tekst en onderstreep met groen.

Marijn heeft een zaklamp in zijn rugzak. 

Waarom heeft hij de zaklamp bij zich?

Waarom heeft hij een zaklamp bij zich?

1. Om licht te maken, als hij een enge droom heeft.
2. Om licht te hebben, als hij zijn huiswerk maakt.
3. Om in zijn rugzak te schijnen, als hij zijn pyjama zoekt.
4. Om iets te kunnen zien, als hij in een piramide staat.

Vraag

Zoek in de tekst en onderstreep met oranje.

Wat weet je van Marijn?

Kies 2 goede antwoorden.

Dit weet ik over Marijn

Hij zit in groep vijf.

Hij heeft een mummie.

Hij vindt groep vijf gemakkelijk.

Zijn ouders zijn niet meer samen.

Vraag

Zoek in de tekst en onderstreep met paars.

In het laatste stukje vertelt papa dat ze naar het Rijksmuseum van Oudheden gaan. 

Wat is er bijvoorbeeld in dat museum te zien?

Wat is er te zien in een museum?

1. spullen of dingen van andere planeten
2. spullen of dingen van heel lang geleden
3. spullen of dingen uit de natuur
4. spullen of dingen uit onze tijd en uit de toekomst

Ben je nieuwsgierig geworden naar het boek en zou je het willen lezen?

👍

👎