Bijvoeglijke bepaling 2havo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

10 min lezen

Planning van vandaag

- Herhaling naamwoordelijk gezegde

- Uitleg bijvoeglijke bepaling

- Zelfstandig werken

Welk woord is GEEN koppelwerkwoord?

1. Zijn
2. Worden
3. Noemen
4. Schijnen

Wat is het ng in deze zin:
Elsa was heel blij.

1. Elsa
2. was
3. heel blij
4. was heel blij

Wat is het ng in deze zin:
Dat leek mij erg onduidelijk

1. Dat
2. leek erg onduidelijk
3. leek onduidelijk
4. erg onduidelijk

Zinsdeelstukken

Sommige zinsdelen bestaan uit een groepje woorden. In dit groepje woorden is één woord de kern, een ander woord zegt er iets over.

Bijvoorbeeld: een grote groep.

Het zinsdeelstuk ‘grote’ zegt iets over de kern: ‘groep’

Zinsdeelstukken kunnen een bijvoeglijke bepaling (bijv. bep), een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling (obwb), of een bijstelling (bijst.)

Bijvoeglijke bepaling (bijv.bep)

Sommige zinsdelen bestaan uit woordgroepen. Bijvoorbeeld: De mooie kaars staat op de kast.

De bijvoeglijke bepaling zegt iets over de kern van deze woordgroep, dus mooie -> kaars.

De bijvoeglijke bepaling kan voor het kernwoord staan, maar ook erna: 

De controle van de griepprik

Wat is de bijv.bep in de volgende zin?
De antieke vaas ligt op zolder.

1. De antieke vaas
2. de
3. antieke
4. vaas

Wat is de bijv.bep in de volgende zin:
Ik ben met de zeer moeilijke opleiding gestopt.

1. zeer moeilijke
2. moeilijke
3. zeer moeilijke opleiding
4. moeilijke opleiding

Wat is de bijv.bep in de volgende zin?
De gezondheid van de mensen wordt gecontroleerd.

1. De gezondheid
2. van de mensen
3. De gezondheid van de mensen
4. De mensen

Aan de slag

Huiswerk:

Cursus 5 grammatica

§7 bijvoeglijke bepaling

Maken opdracht 1, 2 en 4

Online of op blz. 218, 219