Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Lezen 4
Slide 1 - Carte mentale
Er zijn vijf verschillende soorten vragen. Hoeveel ken je er al?
A
0
B
1 of 2
C
3 of 4
D
Ik ken ze allemaal!
Slide 2 - Quiz
https:
Slide 3 - Lien
5 soorten vragen
Slide 4 - Carte mentale
Weet je het verschil tussen een hoofdgedachte en het onderwerp van een tekst?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Een onderwerp omschrijf je altijd zo kort mogelijk.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Hoe omschrijf je de hoofdgedachte van een tekst?
A
Zo kort mogelijk
B
Je omschrijft de hoofdgedachte in één zin.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Feit
Mening
Ik vind jouw trui mooi
Hij draagt elke dag een groen t-shirt.
Mijn kat heeft Neliz.
Mijn paard kan goed draven.
Deze klas is de leukste klas ooit!
Het proefwerk gaat over lezen 4.
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is objectief?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Vidéo
Objectief
Subjectief
Een mening
Een feit
Een mooi huis.
Een lief zusje.
De vriendelijke reus.
Nederlands is saai.
Sneeuw is wit.
Nederland heeft een koning.
Slide 13 - Question de remorquage
Uit welke drie onderdelen is een tekst opgebouwd?
Slide 14 - Question ouverte
Een inleiding staat altijd aan het begin van een tekst.
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Een tekst kan uit meerdere kernalinea's bestaan.
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
https:
Slide 17 - Lien
Het slot staat altijd onderaan een tekst.
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Een deelonderwerp hoort bij de kern van een tekst.
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
https:
Slide 20 - Lien
Noem de twee deelonderwerpen.
Slide 21 - Question ouverte
https:
Slide 22 - Lien
Kritische
vraag
Inhoudelijke
vraag
Wat is de bron van de tekst?
Komt de bron van een betrouwbare website?
Wat is het tekstdoel van deze tekst?
Wat kun je zeggen van het taalgebruik van deze tekst?
Vind je dit een betrouwbare tekst?
Slide 23 - Question de remorquage
Hoofd- en bijzaken
Als je een tekst gaat samenvatten, is het belangrijk om onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken. De hoofdzaken zijn de belangrijkste zaken uit een tekst, de bijzaken zijn zaken die je kunt weglaten.
Slide 24 - Diapositive
Hoe vind je een hoofdzaak in een tekst?
A
Door voorbeelden op te schrijven.
B
Door de uitleg op te schrijven.
C
Door de grappige weetjes op te schrijven.
D
Door de titel, inleiding en deelonderwerpen te lezen.