M2C Herhaling dl.1

Zet je camera aan en je microfoon uit.
Log in bij LessonUp.

Je hebt een schrift en pen om  aantekeningen te maken.
Je steekt je "handje" op als je een vraag hebt.

Welkom M2C
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Zet je camera aan en je microfoon uit.
Log in bij LessonUp.

Je hebt een schrift en pen om  aantekeningen te maken.
Je steekt je "handje" op als je een vraag hebt.

Welkom M2C

Slide 1 - Diapositive

Inventariseren vragen
Mededeling toets
Herhaling hoofdstuk 2
 - absolutisme
 - standensamenleving
 - Franse revolutie
Afsluiting
Lesopzet

Slide 2 - Diapositive

Waar wil je extra aandacht voor?

Slide 3 - Question ouverte

23 vragen 
52 punten

Meer open vragen!
PTO

Slide 4 - Diapositive

Koning Lodewijk XVI (16e) van Frankrijk is een
absolute vorst.
Edelen leven aan het hof (paleis van Versailles)
 > Lodewijk XVI houdt controle op ze

Absolutisme

Slide 5 - Diapositive

Standensamenleving:
1. Geestelijken
2. Edelen
3. Boeren

Standensamenleving

Slide 6 - Diapositive

Nieuwe ideeën uit de Verlichting:
 - God zorgt niet voor alles, de mens moet ervoor zorgen
 - ieder mens moet grondrechten hebben
 - de leider moet naar de bevolking luisteren
 - het bestuur moet uit verschillende delen bestaan
    > scheiding der macht

       
De Verlichting

Slide 7 - Diapositive

Lodewijk XVI wil de belasting verhogen
 > Lodewijk XVI roept de standenvergadering bij elkaar
De geestelijken en edelen willen geen belasting betalen
De derde stand wil de belastingverhoging niet
 > Gaan boos weg
Lodewijk XVI stuurt troepen
 > Bestorming van de Bastille

Franse Revolutie

Slide 8 - Diapositive

Bestorming van de Bastille
Lodewijk XVI wordt afgezet
> een Republiek!
De Terreur
> Napoleon wordt de leider
      > burgerlijke stand = achternamen
      > huisnummers
      > standaardmaten
Franse Revolutie

Slide 9 - Diapositive

Directe bron = uit de tijd en plaats zelf
Indirecte bron = van een later moment, de maker was niet zelf bij de gebeurtenis
Directe vs indirecte bron

Slide 10 - Diapositive

Om te oefenen: 
Hoofdstuk 2 paragraaf 6 opdracht 2, 3, 5 en 6
Hoofdstuk 3 paragraaf 6 opdracht 2 t/m 8

Zet het in je Plenda!



Huiswerk

Slide 11 - Diapositive

Waar wil je extra aandacht voor?

Slide 12 - Question ouverte