2.1 De macht van de koning deel 2

Vrijheid en Gelijkheid!
2.1 De macht van de koning  
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vrijheid en Gelijkheid!
2.1 De macht van de koning  

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen? 

2. Intro filmpje 
3. Instructie Frankrijk rond 1750  
5. Controle leerdoelen 

Slide 2 - Diapositive

Over welk tijdvak gaat dit hoofdstuk?
A
Pruiken en Revoluties
B
Pruiken en Stoommachines
C
Verlichting en Absolutisme
D
Verlichting en Revoluties

Slide 3 - Quiz

1.De Verlichting
De Verlichting is een periode waarin mensen anders gingen nadenken. Ze vinden het belangrijk dat de wetenschap als de waarheid werd gezien. En niet alleen wat er in de Bijbel stond!
Verlichte ideeën zijn:
1. alle mensen zijn gelijkwaardig
2. alle mensen hebben dezelfde grondrechten
3. de leiders moeten goed luisteren naar het volk.
Vooral de denkers Rousseau en Montesquieu hadden deze gedachten.

Slide 4 - Diapositive

Montesquieu
Rousseau
Koning wordt niet door God gekozen maar door het volk
De macht mag niet bij 1 persoon liggen maar bij meerdere groepen

Slide 5 - Question de remorquage

2. Lodewijk XVI en Marie Antionettte
Tijd van Pruiken en Revoluties
Frankrijk had toen Koning Lodewijk XVI en Koning Marie Antoinette

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Lodewijk XVI had:
A
Alle macht in Frankrijk
B
De meeste macht in Frankrijk
C
Het volk had de macht
D
De president had de macht.

Slide 8 - Quiz

3. Het absolutisme
Lodewijk XVI (16e) was de koning van Frankrijk. 
- Hij beslist alles zelf. Zijn wil was wet. 
- Hij mag alleen regeren. 
- Dit noem je absolutisme 

Slide 9 - Diapositive

4. De standensamenleving
Frankrijk had een standensamenleving.
-
 De 1e en 2e stand hoefden geen belasting te betalen maar mochten wel stemmen
95-97% hoorde bij de 3e stand. 
- Zij MOESTEN belasting betalen maar mochten niet stemmen.   

Slide 10 - Diapositive

De koning hoort bij de
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand

Slide 11 - Quiz

De boeren horen bij de:
A
Eerste stand
B
Tweede stand
C
Derde stand

Slide 12 - Quiz

Een bisschop hoort bij de
A
Eerste stand
B
Tweede stand
C
Derde stand

Slide 13 - Quiz

1789: De schatkist is leeg
- Dure hofleven
- Oorlogen

Staten-Generaal bij elkaar (eerste keer in 150 jaar) 



:
5. Onrustig in Frankrijk

Slide 14 - Diapositive

6 en 7. De Franse Revolutie
14 juli 1789: Bestorming van de Bastille
Begin van de Franse Revolutie 

Slide 15 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat absolutisme betekent

Slide 16 - Question ouverte

Leerdoelen nabespreken
1. Je weet wat begrippen als absolutisme/absoluut vorst en standenmaatschappij betekent. Je kan deze begrippen uitleggen. 

2. Je weet welke problemen de Franse samenleving had. Dit kan je zo opnoemen

3. Je kan twee redenen noemen waarom de schatkist leeg was. 

4. Je kent de datum van de begin van de Franse Revolutie. 

Slide 17 - Diapositive

Hoe goed heb jij de leerdoelen begrepen?
0100

Slide 18 - Sondage