Les 12, Verplaatsen kennis toets

Oefentoets
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Lesinhoud/planning
quizvragen
overleg over mogelijkheid inhaal les volgende week
opdracht voor volgende les 
pauze, tijd in overleg

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Wat weten jullie nog?
Oefenen maar

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Een zorgvrager in bed verplaatsen met papagaai
  • Een glijzeil aan te brengen met en zonder kantelen
  • Een glijzeil weghalen met en zonder kantelen
  • Een zorgvrager verplaatsen in bed met een glijzeil
  • Een zorgvrager in bed tot zit brengen
  • Een zorgvrager tot zit laten komen op de rand van het bed. 

Slide 4 - Diapositive

Wat wordt in de zorg bedoeld met een transfer?
A
het dragen van een zorgvrager
B
het neerzetten van een zorgvrager
C
het optillen van een zorgvrager
D
het verplaatsen van een zorgvrager

Slide 5 - Quiz

Op welke afbeelding zie je een actieve tillift
A
B

Slide 6 - Quiz

Het gebruik van een tillift moet altijd in het zorgdossier staan
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Met een tillift mag je iemand over lange afstanden verplaatsen
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

De passieve tillift wordt ook wel stalift genoemd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Mevrouw Linda heeft overgewicht en kan zelf niet staan.
Welke tillift gebruik je ?
A
Actieve tillift
B
Passieve tillift

Slide 10 - Quiz


Voor welke tillift hoeft een zorgvrager geen steunfunctie meer te hebben?
A
Actieve tillift
B
Passieve tillift

Slide 11 - Quiz

Als je de zorgvrager uit de rolstoel haalt met de actieve tillift moet je de tillift op de rem zetten
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Als je de zorgvrager in bed zet met de actieve tillift zet je de tillift op de rem
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat is het doel van een glijzeil?
A
Iemand opzij draaien in bed
B
Iemand hogerop helpen in bed
C
Iemand uit bed begeleiden
D
voorkomen van onderuit zakken

Slide 14 - Quiz

Een glijzeil ligt onder de heupen en schouders van de zorgvrager
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Waarom heb je goede kennis nodig van tiltechnieken?
A
je bezorgt de zorgvrager veel ongemak
B
je bezorgt jezelf klachten aan je rug
C
Het maakt zorg verlenen beter voor de zorgvrager en voorkomt klachten bij de zorgverlener
D
Het ziekteverzuim wordt hoger

Slide 16 - Quiz

De juiste werkhoogte van het bed is afhankelijk van de mogelijkheden van de zorgvrager
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Een dekenboog kun je gebruiken bij een open wond of spitsvoeten
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Een zorgvrager die snel valt kan een rollator gebruiken
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Als je de stoep op gaat met een rolstoel, ga je
A
vooruit
B
achteruit
C
schuin
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 20 - Quiz

Wat is belangrijk bij het vervoer van een cliënt in een rolstoel?
A
Zorg dat de cliënt warm of koel genoeg is gekleed.
B
Zorg dat de banden hard zijn.
C
Alle antwoorden zijn juist
D
Laat hem of haar zoveel mogelijk zelf het woord voeren, bijvoorbeeld in winkels.

Slide 21 - Quiz

Welke stap gebruik je eerst als je iemand in een rolstoel zet.
A
Rem op de rolstoel zetten
B
Client in de stoel zetten
C
Voetsteunen inklappen(omhoog)
D
Voeten op de voetsteun zetten

Slide 22 - Quiz

Met welke rolstoel kan een cliënt zich niet zelfstandig voortbewegen?
A
Zelfbeweger
B
Elektrische rolstoel
C
Duwwagen
D
Trippelstoel

Slide 23 - Quiz

Als je een cliënt moet helpen met het duwen van de rolstoel, kan je het beste vooruit een hellingbaan aflopen met een rolstoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Waar let je op bij gebruik van een rolstoel?
A
Banden zijn goed opgepompt
B
Rem gebruiken als cliënt uit de rolstoel stapt
C
Beensteunen opzij doen bij transfer
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 25 - Quiz


Wat is goed als je met een rolstoel rijdt?
De Zorgverlener gaat met een rolstoel de stoep af:

A
Met de rolstoel vooruit
B
Met de rolstoel achterstevoren

Slide 26 - Quiz

Is deze ingang geschikt
voor mensen in een
rolstoel ?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Opdracht voor volgende les
Je gaat in groepjes van maximaal 3 personen op zoek naar een (modern)technologische hulpmiddel die kan bijdragen in de zorg voor een zorgvrager op bed of die mobiliseert. 

Let op; geen tilliften. Echt een nieuwe technologie die ingezet wordt in de zorg bij zorgvragers op bed of bij het mobiliseren. 

Slide 28 - Diapositive

Opdracht

• per presentatie maximaal 1 filmpje ter onderbouwing (3 á 4 minuten)
• leg uit wat het voor een hulpmiddel is, wat het doel is, voor wie het kan worden ingezet en hoe het werkt. Geef ook aan het einde van de presentatie aan wat jullie mening is over dit hulpmiddel (mag positief maar er mogen ook kritische punten zijn).
• Elke presentatie duurt maximaal 8 minuten


Slide 29 - Diapositive

Volgende les, mogelijkheid tot inhalen 
Heb je een les gemist en iets niet af kunnen tekenen?
Dan mag/kan je de volgende les inzetten als een inhaal les om dingen af te tekenen.

-> Je bent hier zelf verantwoordelijk voor, stap even naar ons toe. Overleg dit met Timothy of met mij.

Niemand iets in te halen of nog af te tekenen van vorige lessen? 
Overleg over hoe de les in te vullen..

Slide 30 - Diapositive

Huiswerk (deels nog over les van vandaag)
Lezen: het boek Basiszorg en paliatieve zorg n3: module 6; vaardigheden: Algemene richtlijnen bij transfers. 

Lezen: het boek Basiszorg en palliatieve zorg n3 - Vaardigheid: Algemene regels bij transfers - eDition 
(https://edition.thiememeulenhoff.nl/secure/d/stream/traject_3_beh/resource/ea8b89e6-a240-4bbb-96bb-d45a54aa728a/theory)

 Zorgvrager op de zij draaien met een glijlaken… Oefening - eDition (doorloop het kopje oriënteren). (https://edition.thiememeulenhoff.nl/secure/d/stream/traject_3_beh/resource/fb20e788-40a5-48e4-8790-815aeafeac2b/exercises)

-> Voorbereiding volgende les: Uit het boek Basiszorg en paliatieve zorg n3, module 6, lezen hoofdstuk 2, Verplaatsen van een zorgvrager, paragraaf 2.1 tot en met 2.3.1.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive