Exam prep: A2 writing

Writing A2: 
Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Writing A2: 
Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling formele brief/mail

1. Aanhef:
Dear Ms     ,/Mr    , Sir/Madam,

2. In de eerste Alinea geef de reden waarom je deze brief/mail schrijft.
I am writing to you in response to...

3. Voor elk nieuw onderwerp waar je mee begint, gebruik je een nieuwe alinea.
4. Afsluitende zin: 
  • Thank you in advance for your response. 
  • I look forward to hearing from you soon.
  • I hope to hear from you soon. 

5. Afsluiting

a. Ben je bekend met de persoon? ja : Yours sincerely

b. Ben je bekend met de persoon? nee :Yours faithfully

 Sluit de brief/mail af met je voor- en achternaam.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Which is the one you can't use when writing a formal letter?
A
Dear Sir/Madam,
B
Hi Potter,
C
Dear Mr Potter,

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling informele brief/mail

1. Aanhef
Dear Name, /Hi Name,

2. Inhoud:
Bij een informele brief/mail mag je meer persoonlijk taalgebruik gebruiken, maar let erop dat het een nette brief/mail blijft.

Bijvoorbeeld: Do you want to get together? 


Introductie alinea: 
Hier begin je met een korte inleiding en introduceer je je brief/mail. 

Bijvoorbeeld: 

 “How are you? I'm doing great"

“How is life at school?”

“I hope you are doing well?”

“Have you heard about ….?”


c. Zorg ervoor dat je weer per onderwerp een alinea gebruikt.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Afsluitende zin:
Hieronder staan een paar zinnen die je kan gebruiken bij het afsluiten.

  •   “I am looking forward to hearing from you soon”
  • “I hope to hear from you soon”
  • “I can't wait to see you soon”
  • “Give my regards to…”
4. Afsluiting


a. “Best wishes,”

b. “Kind regards,”


5. Je voornaam

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inschrijfformulier 

Let op dat je goed kijkt naar taalgebruik! 

Let goed wat ze vragen en beantwoord alleen de vraag en niets anders. 
Bijvoorbeeld:

Can you tell me what movie I should watch (informeel)
Could you inform me on what movie I should watch. (formeel)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formeel email

Gebruik je om bijvoorbeeld een sollicitatie te versturen of als je contact zoekt met een bedrijf in het buitenland.


Hoe ziet een formele email eruit:


Indeling is erg belangrijk bij een formele email. Een formele email heeft ook altijd dezelfde opbouw: 
geen afzender, datum, geadresseerde 

Bijvoorbeeld:

Can you tell me what movie I should watch (informeel)
Could you inform me on what movie I should watch. (formeel)

Het verschil tussen: 

can/could
want to/ would like
fun/ exciting
nice/ wonderful 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informele email

Publiek: vrienden/familie/buren of mensen die je goed kent. 

Pas je taalgebruik hierop aan. Laat zien dat je binnen de kaders soepeler om kan gaan met de taal. Maar vergeet niet dat het een examen is en dat straattaal/slang niet geaccepteerd zal worden. 

geen afzender, datum, geadresseerde 

Bijvoorbeeld:

Can you tell me what movie I should watch (informeel)
Could you inform me on what movie I should watch. (formeel)

Het verschil tussen: 

can/could
want to/ would like
fun/ exciting
nice/ wonderful 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Memo/Notitie/bericht/post

Let op dat je goed kijkt naar taalgebruik! 

Let goed wat ze vragen en beantwoord alleen de vraag en niets anders. 

Kort en krachtig maar wel gebruik maken van volledige zinnen
Bijvoorbeeld:

Monday - we eat out.

We will eat out on Monday. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is 'Good afternoon' an informal or formal greeting?
A
formal
B
informal

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

How do you end an informal email in English?
A
Greetings,
B
Bye,
C
Love,
D
Take care,

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

What is the difference between formal and informal?
A
Formal is more personal
B
Informal is more personal
C
There is no difference
D
Informal is less personal

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voegwoorden
Conjunctions

Slide 13 - Diapositive

Voegwoorden gebruiken we in het Nederlands om zinnen aan elkaar te linken, en, maar, of, dan wel. 

We call them conjunctions or linking verbs in English. 

Voegwoorden: welke ken je?

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Voegwoorden: let's practise

Why? 

Voegwoorden zorgen ervoor dat jouw verhaal een mooie samenhang krijgt. Dit is een belangrijk onderdeel tijdens het schrijven.  Voegwoorden helpen je met het onderdeel samenhang.

De meest bekende voegwoorden zijn: and/ because/ so 



Denk eens aan: therefore, and so on, unless, when , while, if, nevertheless (prachtig toch) 


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

12

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:43
What is the accent?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:07
What's the accent?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:32
What's the accent?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:56
What's the accent?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

02:19
What's the accent?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

02:44
What's the accent?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

03:07
What's the accent?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

03:32
What's the accent?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

03:56
What is the accent?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

04:19
What is the accent?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

04:44
What's the accent?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

05:08
What's the accent?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions