2.2 voedingsstoffen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Leerdoel:

Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

 

Telefoon op stil in je kluis 

Rustig binnen komen

Op je plaats gaan zitten

Tas op de grond jas in de kluis 

Spullen open voor 

Welkom, kom rustig binnen, start je laptop vast op 

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen 2.1 Voedingsmiddelen

Leerdoelen vandaag

Nieuwe theorie: 2.2 Voedingsstoffen

Zelf aan de slag (ZS/ ZF ) 

Checken leerdoelen

dingen die je eet en drinkt noem je voedingsmiddelen

1. Juist
2. Onjuist

Kan één voedingsmiddel uit meerdere voedingsstoffen bestaan?

1. Juist
2. Onjuist

melk is een dierlijk voedingsmiddel

1. juist
2. onjuist

slagroom is een dierlijk voedingsmiddel

1. Juist
2. Onjuist

sojamelk is een dierlijk voedingsmiddel

1. Juist
2. Onjuist

voedingsvezel kan een onderdeel zijn van een voedingsmiddel

1. Juist
2. Onjuist

Voedingsvezel kan worden verteerd

1. Juist
2. Onjuist

Een opgeslagen voedingsstof die niet meteen nodig is, is een reservestof

1. Juist
2. Onjuist

Wat is de rol van voedingsvezels bij vertering?

1. zorgen voor oppervlakte vergroting
2. zorgen voor een goede darmwerking
3. helpen bij vertering van vet
4. helpen bij vertering van koolhydraten

Hoe heten voedingsstoffen die nodig zijn voor de verbranding?

1. Brandstoffen
2. Bouwstoffen
3. Reserve stoffen
4. Beschermende stoffen

Hoe heten stoffen die je nodig hebt om nieuwe cellen te maken?

1. Beschermende stoffen
2. Reserve stoffen
3. Brandstoffen
4. Bouwstoffen

leerdoelen vandaag

Aan het einde van de les:

- kan je zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

2.2 Voedingsstoffen

Er zijn 6 groepen voedingsstoffen:

- eiwitten

- koolhydraten

- vetten

- water

- mineralen (zouten)

- vitamines

eiwitten

- bouwstof en brandstof

- nodig om te groeien en de opbouw van spieren

- kan worden omgezet in vet en dan opgeslagen als reservestof

koolhydraten

- voornamelijk brandstof

- ook bouwstof

- suikers, zetmeel, glycogeen en voedingsvezel

- kan worden omgezet in vet en als reservestof opgeslagen

vetten

- voornamelijk brandstof

- ook bouwstof

- teveel vet: reservestof

- onderhuidse vetlaag

water

- je lichaam bestaat voor 60% uit water

- nodig voor het vervoer van stoffen door je lichaam

mineralen

= zouten (ijzer, kalk, zout)

- bouwstof (botten)

- beschermende stof

- pas op met zout: je gebruikt al snel teveel

vitaminen

- bouwstof

- beschermende stof

- worden aangegeven met een letter: A, B, C, D en K

- je kan ziek worden als je te weinig en teveel binnenkrijgt

Kader: 

2.2 Voedingsstoffen: lees de tekst en maak de opdrachten

Klaar? 

Maak de test jezelf 

TL: 

2.1  Voedingsmiddelen en voedingsstoffen: lees de tekst en maak de opdrachten

Klaar? 

Maak de test jezelf

ZF

Wat zijn de functies van de voedingsstoffen?

Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestonffen
Beschermende stoffen

Zijn nodig voor groei, ontwikkeling en herstel.

Stoffen die energie leveren

Zijn stoffen die je lichaam niet meteen nodig heeft

Stoffen die ervoor zorgen dat je niet ziek wordt

Vraag 4: Verdeel de voedingsstoffen over de 3 functies.

Brandstof

Bouwstof

Beschermende stof

Eiwitten

Vetten

Koolhydraten

Vitamines

Mineralen

Water

Ik kan de 6 groepen voedingsstoffen noemen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan van iedere voedingsstof vevrtellen welke functie die heeft.

😒🙁😐🙂😃