Die Monate

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Heute lernen wir die Monate auf Deutsch

Opdracht 1

Je gaat zo luisteren naar een verhaal. 

Open je schrift en noteer de namen van de maanden.

Noteer maand  minimaal twee kernwoorden.

Wij gaan nu even checken wat je hebt begrepen en wat je hebt opgeschreven. Maak de volgende quiz.

Die Erdbeeren werden reif im ....

1. Mai
2. Juni
3. Juli
4. August

Die ersten Blumen sind im ....

1. April
2. März
3. Juni
4. Juli

Der Schneemann war (was) im Monat

1. Januar
2. Februar
3. November
4. Dezember

Im Monat .......... ist es warm und hell

1. Mai
2. Juli
3. Juni
4. August

Die Äpfel werden reif
im ...........

1. Juni
2. Juli
3. August
4. September

Die Kinder baden im Monat ............

1. Juni
2. Juli
3. August
4. Mai

Es regnet im Monat ...............

1. Februar
2. Apri
3. Oktober
4. November

Opdracht 2

Bij de volgende opdracht schrijf je de maanden in de goede volgorde.  Pak je oortjes.

learningapps.org

Opdracht 3

Kijk goed naar de foto: over welke maand gaat dit? Noteer de maand in het Duits.
 

learningapps.org

Opdracht 4 

Luister naar de personen en zet ze op de goede plek. Welke maand hoort bij welk persoon?

learningapps.org

Ga nu aan de slag met  opdracht 

 6.4 a b en c blz 76