B&F, spelling, blok 4 week 2 les 1
1 / 23
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Even opfrissen.. welke woorden van het uw-rijtje
weet jij nog? Schrijf ze maar op.
weet jij nog? Schrijf ze maar op.
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Welke verkleinwoorden met -etje ken jij nog meer?
Slide 6 - Carte mentale
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Question ouverte
Een wit lintje.
Twee...
Twee...
Slide 13 - Question ouverte
Een nieuw huis
Twee ...
Twee ...
Slide 14 - Question ouverte
Een kind rijmt
Twee...
Twee...
Slide 15 - Question ouverte
Twee beelden staan
Een ...
Een ...
Slide 16 - Question ouverte
Een jongen speelt
Twee ...
Twee ...
Slide 17 - Question ouverte
Het is klein en je tennist ermee.
A
de bal
B
het balletje
C
de voetbal
D
de racket
Slide 18 - Quiz
Het is helemaal donker en je slaapt.
A
overdag
B
's nachts
C
's morgens
D
in de middag
Slide 19 - Quiz
Het is een trekvogel en hij heeft een staart met twee punten.
A
de zwaluw
B
het koolmeesje
C
het musje
D
de raaf
Slide 20 - Quiz
Het is een dier en het heeft twee bulten
A
de kameel
B
de hond
C
de giraffe
D
de zebra
Slide 21 - Quiz
Het is een gevoel en je bent het als je bang bent voor een optreden.
A
jaloers
B
blij
C
zenuwachtig
D
boos
