4.3 - A - Verspreiding van het Christendom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.3- A - De verspreiding van 

het christendom

Planning

• Heidenen
• Bekering
• Eens een heiden, altijd een heiden. 
• De 3 Standen
  
• Afsluiting 

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa verspreidde. 
  
  
• Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen heel erg belangrijk was. 

Kun je een voorbeeld geven van nog meer ''heidense tradities''?

Heidenen

• Romeinse keizers maakten het christendom tot staatsgodsdienst.
  
  
• Maar veel Germaanse stammen behielden hun natuurgodsdienst.
  
  
• Zij hadden natuurgoden zoals Freya (godin van de vruchtbaarheid) en Donar (god van de donder en de bliksem.
  
  
• Deze mensen noem je heidenen.  

Bekering (1)

• Frankische koningen en geestelijken wilden deze mensen bekeren tot het christendom (kerstening).  
  
  
• Om deze mensen te bekeren werden er kloosters gesticht in Europa. 
  
  
• Vanuit deze kloosters trokken monniken rond om het christendom te verspreiden. Deze monniken noem je missionarissen. 

Bekering (2)

• Eerst werden de koningen bekeerd.
  - Koning kreeg hulp bij bestuurstaken.
  - Missionarissen bescherming en geld. 
  
  
• Daarna volgden de belangrijke adellijke families.
  
  
• Vervolgens nam de plaatselijke bevolking het christelijk geloof over. 

Bekeren van de Germanen

De Germanen geloven in hun eigen goden, Germaanse stammen die al met de Romeinen in aanraking waren gekomen bekeerden zich al snel tot het christendom.

stammen die dit niet waren moesten 

daarbij geholpen worden, 

ze moesten bekeerd worden.

Eens een heiden altijd een heiden? 

• Veel heidenen bleven in de praktijk hun eigen feesten vieren. 
• Christelijke kerk besloot deze heidense feesten te koppelen aan het christendom, zoals Pasen en Kerstmis. 

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa verspreidde. 
  
  
• Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen heel erg belangrijk was. 

Historische vaardigheden

Continuïteit en verandering

Continuïteit: Als er géén verandering is, maar iets juist hetzelfde blijft

Discontinuïteit/verandering:  Als er verandering is, als iets anders gaat.

Waar of niet waar?

In de middeleeuwen kon iedereen lezen en schrijven.

1. Niet waar
2. Waar