Les 7 verwijs-, signaalwoorden en verbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

Boektoets 1: vlog

Wanneer: inleveren op maandag 11 oktober 2021 of eerder

Waar: [e-mail] of Teams

Verwijswoorden

* Naar één woord

* Naar een groepje woorden

* Naar een hele zin

Voorbeelden

Max is een autocoureur en hij woont in het buitenland.

Max is autocoureur en dat vindt hij leuk.

Verwijswoorden

Zoals het woord al zegt, verwijst een verwijswoord. In dit geval naar andere woorden in de tekst. 

Een schrijver gebruikt een verwijswoord om te voorkomen dat hij continu dezelfde woorden herhaalt, want op die manier wordt een tekst saai.

Verwijswoorden kunnen verwijzen naar één woord, een groepje woorden of een hele zin. 

Het is belangrijk dat je weet waar verwijswoorden naar verwijzen, omdat je op die manier een tekst beter kan begrijpen. 

Verwijswoorden samengevat

Kies het juiste verwijswoord:

mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.

het-woorden (onzijdig)	het, zijn	dat, dit
de-woorden (mannelijk)	hij, hem, zijn	die, deze
de-woorden (vrouwelijk)	zij/ze, haar	die, deze
meervoud	zij/ze, hen, hun	die, deze

Tekstverbanden

Tussen woorden, zinnen en alinea's bestaat een verband. Dit noemen we een tekstverband.
Zonder tekstverbanden is je tekst niet 'stevig'.

Signaalwoorden

Verbanden in een tekst leveren structuur op in een tekst. De verbanden zijn meestal te herkennen aan signaalwoorden.

Ken je de verbanden en de bijbehorende signaalwoorden nog?

Je kunt ze terugvinden op blz. 103. Leer deze uit je hoofd!

Tekstverbanden

(zie blz. 103)

Tekstverbanden:

Opsomming

Tegenstelling

Reden

Voorbeeld

Oorzaak-gevolg

Middel-doel

Voorwaarde

Conclusie

Klascode LessonUp

vymxm