Lezen 14 vervolg tekstverbanden en signaalwoorden

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Verwijswoorden
Zoals het woord al zegt, verwijst een verwijswoord.  

Een schrijver gebruikt een verwijswoord om te voorkomen dat hij continu dezelfde woorden herhaalt, want op die manier wordt een tekst saai.

Verwijswoorden kunnen verwijzen naar één woord, een groepje woorden of een hele zin. 

Het is belangrijk dat je weet waar verwijswoorden naar verwijzen, omdat je op die manier een tekst beter kan begrijpen. 

Slide 5 - Diapositive

De gemeente wil haar bebouwde kom uitbreiden. 

Waar verwijst "haar" naar?

Slide 6 - Diapositive

Het grote huis met zijn groene deuren wordt opgeknapt. Het stond al tijden leeg. 


Waar verwijzen "zijn" en "het" naar?

Slide 7 - Diapositive




Tekstverbanden
(zie blz. 185)

Tekstverbanden:

Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld


Slide 8 - Diapositive

Tekstverband: opsomming
Signaalwoorden: ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen ......maar ook, ten eerste, ten tweede.

Slide 9 - Diapositive

Tekstverband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds......anderzijds, daar staat tegenover.

Slide 10 - Diapositive

Tekstverband: voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, als voorbeeld, zo.

Slide 11 - Diapositive

Toets
Verwijswoorden, signaalwoorden, hoofdzaken – bijzaken, tussenkopje, deelonderwerpen, kernzin, infographic, ken de verschillende tekstdoelen, teksten vergelijken (overeenkomsten en verschillen).

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive