herhaling les pw 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhalingsles pw 2

Pak een pen, je laptop en een schrift.

Planning

Vorige les huiswerk.

Oefenen voor het proefwerk.

Huiswerk

af?

Vond je het te doen?

Bespreken kort

Je mag zelf kiezen of je meedoet of zelf gaat leren, maar je bent wel stil op het moment dat ik aan het uitleggen ben.

Extra uitleg?

Vandaag vanaf 15 15 406.

1. bestuursvorm

Je hebt nu 5 minuten en je gaat het hoofdstuk en je aantekeningen door om te kijken naar alle bestuursvormen die je kunt vinden en de uitleg van de bestuursvormen.

Dit doe je in stilte daarna bespreken wij het.

Schrijf dit op in je schrift.

1. Bestuursvormen

Welke bestuursvormen hebben jullie gevonden+ welke uitleg?

Ik schrijf het op!

1. bestuursvormen

Tiran: Een alleenheerser, iemand die alle macht had.                 'illegaal' aan de macht gekomen.

Democratie:  Het volk bestuurt zelf mee.

Monarchie: Er is een koning en zijn kind volgt hem op daarna.

1. bestuursvorm

Republiek: Wanneer iemand wordt gekozen door het volk en die het volk leidt. Dit gebeurd voor een periode die vast staat.

Aristocratie:

De rijke mensen hebben de macht.

Keizerrijk: Als je keizer bent, heb je zelf alle macht en de naam keizer is eigenlijk een soort titel. 

Wie hebben de macht in een aristocratie?

1. De rijke mensen
2. Het gehele volk
3. Een tiran
4. Een koning

2. waar moet je op letten?

1. 2.2,2.3,2.4+ begrippenlijst ( zie rode boekje en tijd voor geschiedenis)

2. Je aantekeningen

3. Het boekje met tijdvakken+ oorzaak & gevolg.

2. Waar moet je op letten?

* Leer de begrippen heel goed.

* Lees op de toets de vragen goed.

* Als je vragen hebt, stel ze aan mij.

* Overhoor elkaar.

* Bekijk de PowerPoint die ik naar jullie heb gemaild en die in teams staat.

2. Waar moet je op letten?

2.2 De oude Grieken:

1. Hoe ging het bestuur?

2. De mythologie, kolonies, de wetenschap en filosofie.

Was de democratie in Athene een echte democratie? Leg dit uit.

2. Waar moet je op letten?

2.3 Het romeinse Rijk:

1.Het bestuur van de Romeinen.

2. Je kent Caesar en Augustus.

3. Imperialisme, het leger en goede wegen.

Wat betekent pax Romana?

1. Dat er een dictator er aan de macht is.
2. Een periode van onrust in het Romeinse Rijk.
3. Dat het volk de macht heeft.
4. een periode van vrede, stabiliteit en economische groei in het Romeinse Rijk

2. Waar moet je op letten?

2.4 

1. De ontwikkeling van het christendom.

2. Romanisering

3. Hoe verliep het einde van het Romeinse Rijk?

Hoeveel goden zijn er bij het monotheïsme?

1. 1 god.
2. Geen goden
3. meerdere goden

 2 Oorzaken van imperialisme:

Goed georganiseerd leger

Een leger met discipline

Wat betekent de grote volksverhuizing?

1. Dat verschillende volken naar het Romeinse rijk kwamen.
2. Dat verschillende volken weggingen uit het Romeinse rijk.
3. Dat de Romeinen steeds gingen verhuizen.

2. Waar moet je op letten?

10 tijdvakken: hier krijg je maar 2 vragen op de toets, dus leer dit een klein beetje.

Oorzaak en gevolg: betekenis kennen+ je kan deze begrippen verwachten op de toets.

Hoe heet het tijdvak van jagers en boeren ook wel?

1. de oudheid
2. de middeleeuwen
3. de prehistorie
4. de tijd van wereldoorlogen

Ik struikelde, omdat ik een doos niet zag. Hierdoor lig ik in het ziekenhuis.
Wat is de oorzaak van het struikelen?

1. Ik struikelde.
2. Hierdoor lig ik in het ziekenhuis.
3. ik zag een doos niet.

Succes met leren!