Herhaling H6

H6 Iedereen betaalt belasting
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H6 Iedereen betaalt belasting

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Loonheffing

Slide 3 - Diapositive

Geef aan welke onderdelen bij de loonheffing horen







Hoort wel bij loonheffing
Hoort niet bij loonheffing
Premies volksverzekeringen
Premies werknemersverzekeringen
Pensioenpremie
Loonbelasting

Slide 4 - Question de remorquage

Inkomstenbelasting

Slide 5 - Diapositive

Belastbaar inkomen

Slide 6 - Diapositive

Belasting toegevoegde waarde
Extra belasting om producten expres duurder te maken
Loonbelasting en premie volksverzekeringen
Belasting die wordt betaald over het inkomen
Belasting die wordt ingehouden op het loon
BTW
Accijns
Loonheffing
Inkomstenbelasting
Loonbelasting

Slide 7 - Question de remorquage

Aftrekposten

Slide 8 - Diapositive

Berekenen inkomensheffing 
=
-
+
bruto inkomen uit arbeid
bijtellingen
aftrekposten
belastbaar inkomen
loonheffing

Slide 9 - Question de remorquage

Belastbaar inkomen berekenen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Verschillende tarieven

Slide 12 - Diapositive

Rekenen met het schijventarief

Slide 13 - Diapositive

Jeanet heeft een belastbaar inkomen van €35.000.
Hoeveel belasting moet zij betalen?
Schijf 1: €0 tot €68.507,- is 37,35%
Schijf 2: €68.507 tot € oneindig is 49,50%

Slide 14 - Question ouverte

Harrie heeft een belastbaar inkomen van €89.000
Hoeveel belasting moet hij betalen?
Schijf 1: €0 tot €68.507,- is 37,35%
Schijf 2: €68.507 tot €oneindig is 49,50%

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

Betaalt iedereen even veel?

Slide 17 - Diapositive

Progressief belastingstelsel
Proportioneel belastingstelsel
Degressief belastingstelsel

Slide 18 - Question de remorquage

Box 1
Box 3
Inkomen uit arbeid
Inkomen uit vermogen

Slide 19 - Question de remorquage

Belasting over je vermogen

Slide 20 - Diapositive

Vermogensrendementsheffing berekenen

Slide 21 - Diapositive

Hanneke heeft een vermogen van €89.000. Bereken het bedrag dat zij aan belasting moet betalen in box 3. Gebruik voor de berekening de gegevens uit onderstaande tabel.

Slide 22 - Question ouverte

Hanneke heeft een vermogen van €289.000. Bereken het bedrag dat zij aan belasting moet betalen in box 3. Gebruik voor de berekening de gegevens uit onderstaande tabel.

Slide 23 - Question ouverte

Box 1
Box 3
Inkomen uit arbeid
Inkomen uit vermogen

Slide 24 - Question de remorquage

Belasting in box 3 dit gaat over je spaargeld en beleggingen 
Het eerste deel van je spaargeld waarover je geen belasting hoeft te betalen
korting op het bedrag dat je totaal moet betalen aan inkomsten
belasting
Belasting die je betaald voor het bezit van een auto
Heffingskorting
Heffingsvrij
vermogen
Vermogensrendements
heffing
Motorrijtuigen
belasting

Slide 25 - Question de remorquage

Minder belasting voor iedereen

Slide 26 - Diapositive

Rekenen met de heffingskorting

Slide 27 - Diapositive

Bekijk de tabel met heffingskortingen. Maarten en Natalie vormen samen met hun twee kinderen van 9 en 13 jaar een gezin. Hun jongste kind is gehandicapt. Zij verdient € 30.000 per jaar en hij € 17.000 per jaar. Hij heeft recht op de maximale algemene heffingskorting en op de maximale arbeidskorting.
Hoeveel is het bedrag van alle heffingskortingen samen waarvoor Maarten in aanmerking komt?

Slide 28 - Question ouverte

Maak het stappenplan juist
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Bepaal jaarinkomen 
Min heffingskorting
Min aftrekposten
Verdeel inkomen over schijven
Bereken bedrag met percentage per schijf
Plus eigenwoningforfait

Slide 29 - Question de remorquage

+
-
=
Heffingskortingen
Te betalen belasting
belasting in box 1
Belasting in box 3

Slide 30 - Question de remorquage

Slide 31 - Vidéo

Herverdeling van inkomens

Slide 32 - Diapositive

Ouderen in de meerderheid?

Slide 33 - Diapositive

Wat is vergrijzing?
A
De mensen krijgen steeds sneller grijs haar.
B
Mensen verven hun haar steeds meer grijs.
C
De groep mensen boven de 65 jaar wordt steeds groter.
D
De groep mensen boeven de 50 jaar wordt steeds groter.

Slide 34 - Quiz

Wat zijn inactieven
A
Mensen tegen BTW verhoging
B
Mensen die niet actief naar werk zoeken
C
Mensen zonder betaald werk
D
Mensen die zwart geld krijgen

Slide 35 - Quiz

Wie zijn de 'actieven'?
A
De ondernemers
B
De mensen met betaald werk
C
De ambtenaren
D
De mensen met betaald werk + vrijwilligers

Slide 36 - Quiz

Probleem!
+ Inactieven
- Actieven

Slide 37 - Diapositive

ACTIEVEN
INACTIEVEN
AOW-uitkering
Kinderen
Werkenden
WW-uitkering
Deze groep betaalt voor de andere groep
Deze groep wordt de komende jaren steeds groter

Slide 38 - Question de remorquage

De AOW is een:
A
Volksverzekering
B
Werknemersverzekering

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Vidéo

Groter of kleiner verschil

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Slide 43 - Diapositive

Voorbeeld nivellering

Slide 44 - Diapositive

De overheid kan de inkomens laten nivelleren door....
A
De mensen met lage inkomens toeslagen te geven
B
De mensen met hoge inkomens meer belasting te laten betalen
C
De mensen met lage inkomens meer belastingvoordeel te geven.
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Vidéo

Draagkrachtbeginsel
Wie in staat is veel te betalen, moet ook veel betalen. 

Slide 47 - Diapositive

Solidariteitsbeginsel
Iedereen met een inkomen moet een deel daarvan afstaan voor de mensen zonder inkomen. 
De sterken helpen zo de zwakken. 

Slide 48 - Diapositive

Profijtbeginsel
Betalen voor de goederen of diensten die de overheid levert en waar jij gebruik van maakt. 
Bijvoorbeeld wegenbelasting (motorrijtuigenbelasting)

Slide 49 - Diapositive

De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding groter.
Je betaald voor het gebruik van de goederen en diensten die de overheid levert.
Iedereen met een inkomen moet een deel daarvan afstaan ten behoeve van mensen zonder inkomen of met een laag inkomen.
Degene die in staat is veel te betalen, moet in verhouding meer betalen.
Draagkrachtbeginsel
Profijtbeginsel
Solidariteitsbeginsel
Denivellering

Slide 50 - Question de remorquage

Belastingontduiking
Waarom  is dit een probleem?
Hoeveel kost dit de Nederlandse overheid naar schatting ieder jaar?

Slide 51 - Diapositive

Opzettelijk geen belasting betalen
Via de belasting betalen we samen de collectieve voorzieningen.

Wie opzettelijk te weinig belasting betaalt, doet aan
belastingontduiking of belastingfraude.

Belastingontduiking
  • is strafbaar
  • kan leiden tot meer belastingontduiking
  • kost de overheid naar schatting € 22 miljard per jaar = ongeveer net zoveel als wat de overheid jaarliks uitgeeft aan basis- en VO onderwijs.




Slide 52 - Diapositive