Les 1 Rekenen aan reacties/energie

Hoofdstuk 4 Rekenen aan reacties
1. Energie 
2. Reactiesnelheid 
3. Massa 
4. Productieprocessen 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 Rekenen aan reacties
1. Energie 
2. Reactiesnelheid 
3. Massa 
4. Productieprocessen 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 4.1 Energie
Je kunt uitleggen wat de wet van behoud van energie inhoudt. 
Je kunt het verschil uitleggen tussen een exotherme en een endotherme reactie. 
Je kunt de begrippen reactiewarmte en activeringsenergie uitleggen en toepassen. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat verandert er bij de Wet van behoud van energie?
A
Niks
B
De hoeveelheid energie
C
De soort energie

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Is deze reactie exotherm of endotherm?
A
Exotherm
B
Endotherm

Slide 9 - Quiz

Een verbranding is een
A
Endotherme reactie
B
Exotherme reactie

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

We gebruiken een lucifer om gas aan te steken, dit is een vorm van
A
Ontploffing
B
Ontleding
C
Activeringsenergie

Slide 14 - Quiz

Is dit energiediagram van een endotherme of exotherme reactie?
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 15 - Quiz

Hieronder is het energiediagram voor de verbranding van methaan weergegeven. Sleep de namen naar de juiste plek.
methaan
water
koolstofdioxide
zuurstof
reactiewarmte
activeringsenergie

Slide 16 - Question de remorquage

Leerdoelen 4.1 Energie
Je kunt uitleggen wat de wet van behoud van energie inhoudt. 
Je kunt het verschil uitleggen tussen een exotherme en een endotherme reactie. 
Je kunt de begrippen reactiewarmte en activeringsenergie uitleggen en toepassen. 

Slide 17 - Diapositive

Opgaven maken
Wat? 1 t/m 3, 5, 6, 9, 10 en 11 (havo); 1 t/m 7 (vwo)
Hoe? Zachtjes overleggen
Hulp? Buurman/buurvrouw, anders docent
Tijd? 15 min 
Klaar? Lees paragraaf 2 alvast 

Slide 18 - Diapositive