3.4 Agrarische samenleving, hofstelsel en horigheid



Geschiedenis
Introductie
Les 3 Leenstelsel en het domein
Geschiedenis
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



Geschiedenis
Introductie
Les 3 Leenstelsel en het domein
Geschiedenis

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen:

- Hoe het hofstelsel werkt.
- Kun je uitleggen hoe het drieslagstelsel werkt.
- Het verschil aangeven tussen vrije boer, horige en lijfeigenen.




Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

hofstelsel

Slide 4 - Diapositive

Het hofstelsel
  • De boeren moesten een deel van de tijd werken op het land van de heer of andere klusjes doen voor de heer. Deze klusjes werden ook wel herendiensten genoemd.

  • De boeren produceerden hun eigen voedsel. Een deel van hun opbrengst moesten zij afstaan aan de heer als een soort van belasting.

Slide 5 - Diapositive

Waarom wonen op een domein?
  • De boeren waren niet vrij en moesten verschillende klusjes doen voor de heer. Waarom koos een boer er dan toch voor om te gaan wonen en werken op een domein?

  • De tijd van monniken en ridders was een tijd waarin het erg onveilig was. Als ruil voor het doen van al die klusjes voor de heer beschermde de heer de boeren van bijvoorbeeld roversbendes.

Slide 6 - Diapositive

Weinig geld en weinig handel
  • In de tijd van monniken en ridders werd geld heel weinig gebruikt en was er bijna geen handel.

  • Het domein was zelfvoorzienend. Alles wat nodig was op een domein maakten de boeren zelf.

Slide 7 - Diapositive

Wie woonde waar op het domein?

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is waar?
Horigen zijn vrije boeren met eigen land.
In de Middeleeuwen leven de meeste mensen op het platteland
Herendiensten zijn diensten die door de heer worden uitgevoerd.
Een domein is een landgoed: een dorpje met al het omliggende land.
De landheer is een rijke, machtige boer.
Lijfeigenen is een ander woord voor horigen.

Slide 9 - Question de remorquage

Feodalisme 
Hofstelsel
Horigen
Domein
Economie
Politiek 
Leenheer
Trouw / macht
Zelfvoorzienend

Slide 10 - Question de remorquage

Maak de goede combinaties
Het rijk van de Franken, een Germaans volk.
Systeem waarbij een heer de horigen in zijn gebied beschermde in ruil voor pacht en herendiensten.
Werkzaamheden die de horigen moesten doen voor de heer.
Gebied waar 1 heer de baas was. Het bestond uit de hoeve van de heer, de boerderijen en het land dat de horigen bewerkten.
De leenheer leende zijn land uit aan leenmannen in ruil voor belastinggeld
het hofstelsel
Herendiensten
Domein
Frankische rijk
Leenstelsel

Slide 11 - Question de remorquage


Het drieslagstelsel

  • Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
  • Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken, waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak). 

  • Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.

Slide 12 - Diapositive

Braak
🐄
Zomergraan
🏖
Hoe werkt het drieslagstelsel?
Jaar 1 
Jaar 2 
Jaar 3 
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Veel plichten,
weinig rechten

  • Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
  • De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
  • Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjeste doen.
  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
  • Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.

Slide 15 - Diapositive

  • 1 - Vrije boer – vaak eigen land, kunnen vertrekken, moeten meevechten met de heer
  • 2 - Horige – kunnen niet vertrekken, geen eigen land, pacht betalen, herendiensten, wel eigen bezit
  • 3 - Lijfeigene – kunnen niet vertrekken, geen eigen land, geen bezit, werken voor de heer, gebonden aan de heer

Slide 16 - Diapositive


Ridders en kastelen

  • Ridders waren strijders te paard die vochten voor een heer
  • In ruil daarvoor kreeg hij een paard, de wapenuitrusting en een kasteel
  • In naam van de heer sprak hij soms ook recht in zijn gebied.
  • Ridders woonden in kastelen, maar dat waren in het begin vaak houten boerderijen, die pas later van steen werden.
  • De meeste kastelen die er nu nog staan zijn van na het jaar 1000

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

1 begrip hoort er niet bij:
Domein – Drieslagstelsel – Missionaris - Horige
A
Domein
B
Drieslagstelsel
C
Missionaris
D
Horige

Slide 19 - Quiz

Wat is hier afgebeeld?
A
Herendiesnten
B
Horigen
C
Domein
D
Drieslagstelsel

Slide 20 - Quiz

Een horige is een.....
A
vrije boer
B
halvrije boer
C
slaaf

Slide 21 - Quiz

De leenman en de horige hadden allebei plichten.

➤Bij wie hoort de volgende plicht?
Toestemming vragen om te mogen trouwen.
A
Leenman
B
Horige

Slide 22 - Quiz


➤Waarom maken herendiensten het leven van een horige zwaarder dan die van een vrije boer?

Slide 23 - Question ouverte


Gebruik de bron

Horigen hadden veel plichten.
➤ Welke twee plichten van horigen zie je in de tekst terug?

Gebruik de bron 

Slide 24 - Question ouverte


Ondanks alle plichten, kon het toch gebeuren dat een boer bij een edelman kwam en vroeg: ‘Mag ik uw horige worden?

➤ Waarom zou een boer horige willen worden? Bedenk de meest logische reden.

Slide 25 - Question ouverte


De Kerk werd in de loop van de middeleeuwen steeds rijker. De Kerk bezat heel veel grond en hoge geestelijken woonden in prachtige paleizen. 
➤Hoe kwam de Kerk aan al dat geld en al die grond? Geef twee oorzaken.


Slide 26 - Question ouverte


Naast werken op het land, was een horige ook verplicht om herendiensten te doen.

➤ Geef twee voorbeelden van herendiensten.

Slide 27 - Question ouverte