09 Cultuur - Het Romeinse leger

1 / 26
suivant
Slide 1: Vidéo
LatijnSecundair onderwijs

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

3

Slide 5 - Vidéo

00:15
Keizer Augustus zegt dat hij het beroepsleger introduceerde. Dit is niet waar! Wie deed dit wel?
A
Marius
B
Sulla
C
Pompeius
D
Caesar

Slide 6 - Quiz

00:50
Klopt het dat soldaten hun wapenuitrusting kregen?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

01:11
Soldaten-huwelijk

- Verbod op huwelijk

- Stiekem

- Probleem: bruidsschat

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

8

Slide 14 - Vidéo

00:07
Wat is het verschil tussen legioensoldaten en auxiliarii?
A
De een komt uit Rome, de ander uit een provincie.
B
De een is een beroepssoldaat, de ander een huurling.
C
De een is een Romeins burger, de ander niet.
D
De een is een beroepssoldaat, de ander een arme boer.

Slide 15 - Quiz

00:12
Hoe komt een soldaat aan zijn wapens?
A
Hij kreeg deze wanneer hij soldaat werd.
B
Hij kreeg deze na zijn 'soldatenexamen'.
C
Hij kreeg deze van zijn generaal.
D
Hij betaalde deze zelf.

Slide 16 - Quiz

00:18
Uit hoeveel mannen bestond een contubernium? Schrijf een cijfer.

Slide 17 - Question ouverte

00:38
Wie stond er aan het hoofd van een centuria? Antwoord in één woord.

Slide 18 - Question ouverte

00:50
Wat is de grootste eenheid binnen het Romeinse leger?
A
Contubernium
B
Legioen
C
Centuria
D
Cohorte

Slide 19 - Quiz

02:01
Waar kon je de gespecialiseerde soldaten vinden?
A
In het legioen
B
In de auxiliaria

Slide 20 - Quiz

02:26
'De auxiliaria waren op dezelfde manier georganiseerd zoals de legioenen.'
A
Juist
B
Fout

Slide 21 - Quiz

03:03
Waarom was het de moeite om 25 jaar dienst te doen in de hulptroepen?
A
De soldaat kreeg een mooi pensioen.
B
De soldaat kreeg het Romeins burgerschap.
C
De soldaat en zijn familie kregen het burgerschap.
D
De soldaat kreeg een lapje grond.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Nog één laatste filmpje

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien