Meewerkend voorwerp: aan wie of voor wie/wat is iets bestemd?
Je ziet het vooral bij werkwoorden als: vertellen, meedelen, uitleggen, zeggen, geven, overhandigen, lenen, toesturen.
Je kunt er 'aan' of 'voor' bijzetten of je kunt het weglaten.
Voorbeeldzin met meewerkend voorwerp: Ik geef jou een cadeau