Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.
speech voorstander : 1.5 minuut
speech tegenstander: 1.5 minuut
weerlegronde vs: 1.5
weerlegronde ts: 1.5
vrije ronde: 2.30
overlegronde om slotwoord voor te bereiden: 1
slotwoord: 30 sec. tegenstander
30 sec. voorstander
Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)
Zeg: Mijn tegenstander(s) zei(den) dat...
Een tijdbewaker houdt de tijd in de gaten en geeft door middel van handgebaren aan hoeveel tijd de spreker nog heeft:
1 minuut: wijsvinger
halve minuut: hand gebogen
10 seconden: 10 vingers opsteken
Oogcontact: richt de debater zich
tot de jury en het publiek?
Houding & handen: staat de
debater stevig en maakt hij ondersteunende handgebaren?
‘Be the argument’: gelooft
de debater zelf in wat hij zegt?
Stemgebruik: zijn tempo en volume passend en overtuigend?