4.1 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

4.1 Fictie

In deze paragraaf leren we verschillende argumenten kennen en gebruiken

Mening over een boek

- realistische argumenten 

-emotieve argumenten

- morele argumenten

Even iets heel anders:
waar zijn we gebleven in het leesboek?
Wat weten we nog?

UITLEG

Geloofwaardigheid: realistisch argument

'meeleefbaarheid': emotief argument

Overtuigingen en ideeën: moreel argument

1. Realistisch argument

Is het verhaal geloofwaardig, komen de personages levensecht over, zijn de gebeurtenissen voorstelbaar? 

2. Emotief argument

Grijpt het verhaal je aan, leef je mee met de personages?

3. Moreel argument

Ben je het eens met de ideeën van het boek?

Welk argument is dit:
Ik vond de hoofdpersoon niet geloofwaardig, hij was namelijk alleen maar heldhaftig en had geen enkele andere eigenschap.

1. moreel
2. emotief
3. realistisch
4. geen idee

Welk argument is dit:
De hoofdpersoon vindt het blijkbaar normaal om anderen uit te schelden, en daarom vond ik het vervelend om over dit personage te lezen.

1. moreel
2. emotief
3. realistisch
4. geen idee

Aan de slag!

Maken: 

4.1 Fictie 

opdracht 1 t/m 5

Succes!

Klaar? 

Lees de samenvatting 

van  Vals Spel