kerst
1 / 43
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Vidéo
0
Slide 4 - Vidéo
Wat doet de olifant?
A
Hij blaast de kaarsjes uit
B
Hij moet hoesten.
C
Hij is boos.
D
Hij zingt.
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerst'?
A
6
B
5
C
8
D
20
Slide 23 - Quiz
Hoe zeg je 'fijne kerst' in het Engels?
A
Winter Wonderland
B
Holiday
C
Happy new year
D
Merry Christmas
Slide 24 - Quiz
Op welke dag vieren we Eerste Kerstdag?
A
23 december 2018
B
24 december 2018
C
25 december 2018
D
26 december 2018
Slide 25 - Quiz
Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerstboom'?
A
9
B
8
C
10
D
11
Slide 26 - Quiz
Wat moet je onder een hangende mistletoe doen ?
A
Elkaar de hand geven
B
Elkaar een kus geven
C
Alleen maar huilen
D
Kerstliedjes zingen
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Diapositive
Hoeveel koekjes zag je op het vorige plaatje?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Question ouverte
Slide 38 - Diapositive
Wat doet Mr Bean met de baard?
A
Hij streelt de baard
B
Hij eet de baard
C
Hij gooit de baard omhoog
D
Welke baard?
Slide 39 - Quiz
Wat pakt Mr Bean?
A
Een kertsbal
B
Een kersttbal
C
Een kirstbal
D
Een kerstbal
Slide 40 - Quiz
Wat zoekt Mr Bean?
A
Een stopcontact
B
Een vrouw
C
Baby Jezus
D
Zijn hersenen
Slide 41 - Quiz
Hoeveel schapen gooide Mr Bean?
A
7
B
8
C
9
D
10
