Nederlands Oefening spreekwoorden & uitdrukkingen Klas 3

Woordenschat H5:
Spreekwoorden & Uitdrukkingen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat H5:
Spreekwoorden & Uitdrukkingen

Slide 1 - Diapositive

Vul in:
Als de ... van huis is, dansen de muizen op tafel.

Slide 2 - Question ouverte

Wat betekent:
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel?

Slide 3 - Question ouverte

Vul in:
Je zult de hand in eigen ...... moeten steken.

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekent:
Je zult de hand in eigen boezem moeten steken?

Slide 5 - Question ouverte

Vul in:
Een ... in het nauw maakt rare sprongen.

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent:
Een kat in het nauw maakt rare sprongen?

Slide 7 - Question ouverte

Vul in:
Dat is .... na de maaltijd.

Slide 8 - Question ouverte

Wat bekent:
Dat is mosterd na de maaltijd.

Slide 9 - Question ouverte

Vul in:
Hij groeit op voor ... en rad.

Slide 10 - Question ouverte

Wat betekent:
Hij groeit op voor galg en rad.

Slide 11 - Question ouverte

Vul in:
De beste ... staan aan wal.

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent:
De beste stuurlui staan aan wal.

Slide 13 - Question ouverte