HAVO par 3.2 LES 2 waar vinden vragers en aanbieders elkaar

PARAGRAAF 3.2
Waar vinden vragers en aanbieders elkaar
LES 2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PARAGRAAF 3.2
Waar vinden vragers en aanbieders elkaar
LES 2

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • herhalen van het aanbod op de markt
  • wat is marktevenwicht
  • wat is aanbodoverschot en wat is vraagoverschot

Slide 2 - Diapositive

Herhalen
1.  Qa=5P-400 en P=130, bereken het aanbod
2. Qa=10P-80 en Qa = 200, bereken de prijs 
3. Wat is 'het aanbod' van een product?
4. Waardoor verandert het aanbod (de aanbodslijn) 

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel
  • wat is marktevenwicht

Slide 4 - Diapositive

Marktevenwicht
Je hebt vraag naar een product (consumenten) en je hebt aanbod van een product (producenten).
Als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn, is er marktevenwicht. 

De prijs die hierbij hoort = evenwichtsprijs
De hoeveelheid die hierbij hoort = evenwichtshoeveelheid

Slide 5 - Diapositive



Als de lijnen elkaar kruisen dan noemen we dat het evenwichtspunt. Dit is het ideale punt van de markt.
In dit punt is vraag en aanbod aan elkaar gelijk.
Marktevenwicht

Slide 6 - Diapositive

        Marktevenwicht
Qa = Qv
de vraagfunctie (Qv) is gelijk aan de aanbodfunctie (Qa)

Qa=Qv Zo reken je de evenwichtsprijs- en hoeveelheid uit

Slide 7 - Diapositive

Vraag 
Qv=-10P+80       Qa=20P-40
Bereken de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid

Tip : Qv = Qa    vul maar in!

Slide 8 - Diapositive

Vraag
Qv= -10P+80        Qa= 20P-40 
Qv = Qa
-10P + 80 = 20P - 40      
getallen en P's bij elkaar brengen of balansmethode toepassen




Slide 9 - Diapositive

Getallen en P's bij elkaar
             Balans methode





-10P + 80 = 20P - 40
80 + 40 = 20P + 10P
120 = 30P (beide kanten delen door 30)
P = 4  
-10P + 80 = 20P - 40
1. + 10P links van = en rechts
2. +40 rechts van = en links

80 + 40 = 20P + 10P 
120 = 30P (beide kanten delen door 30)

P = 4

Slide 10 - Diapositive

Vraag
Qv= -10P+80        Qa= 20P-40 
P = 4
vul P in  om Q te berekenen
Qv = (-10 x 4) + 80        Q = 40 
Qa = (20 x 4) - 40          Q = 40 



Marktevenwicht
Bij een prijs van 4,- is de hoeveelheid 40 stuks

Slide 11 - Diapositive

Lesdoel
  • wat is aanbodoverschot en wat is vraagoverschot

Slide 12 - Diapositive

Overschot van vraag of aanbod
Aanbodoverschot: Bij een hogere prijs is er meer aanbod dan vraag.
Producenten blijven met voorraad zitten

Vraagoverschot: Bij een lagere prijs is de vraag groter dan het aanbod
Niet alle consumenten kunnen het product kopen

Slide 13 - Diapositive

Samenvatting
  • wat is marktevenwicht en hoe bereken je het 
  • wat is aanbodoverschot en wat is vraagoverschot

  • Qv = -p + 20     &       Qa = 5p - 40
    Bereken het marktevenwicht?

Slide 14 - Diapositive

Qv = -p + 20 & Qa = 5p - 40
  • Qv = Qa
  • -p + 20 = 5p -40
  • balansmethode of p bij elkaar en getallen bij elkaar
  • 20 + 40 = 5p + p
  • 60 = 6p
  • beide delen door 6
  • p = 10    invullen in de formules....... q = 10

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Lees de theorie over marktevenwicht goed door (blz 75 )

Maak de vragen in deze Lesson Up
en maak de vragen 21, 22, 23, 24 en 25 op blz 74 en verder
en maak de sommen 4, 6, 7 en 8 op blz 94/95

Slide 16 - Diapositive

Oefenen
Maak de vijf oefenvragen
---
Maak daarna de Lesson Up lessen van paragraaf 3.2

Slide 17 - Diapositive

Oefenen 
Lees de theorie goed door en maak daarna de lesson vragen

Slide 18 - Diapositive

De aanbodlijn loopt van linksboven naar rechtsonder.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat is een vergelijking van de aanbodlijn?
A
Q = 3P + 100
B
Q = -3P +100
C
Q = -25.000P - 10.000
D
Q = 25.000P - 10.000

Slide 20 - Quiz

Sleep naar de juiste definitie
Vraagoverschot
Aanbodoverschot
Er is meer aanbod dan vraag
Er is meer vraag dan aanbod

Slide 21 - Question de remorquage

Qv = -p + 20 & Qa = 5p - 40
Bereken het marktevenwicht?
A
p = 10 & q = 10
B
p = 4 & q = 16
C
p = 20 & q = 8
D
p = 8 & q = 20

Slide 22 - Quiz

Sleep naar de juiste definitie
Vraagoverschot
Aanbodoverschot
De prijs zal stijgen
De prijs zal dalen

Slide 23 - Question de remorquage

Qv = -100p + 68
Qa = 300p - 76

Bij een prijs van 0,37 is er sprake van een
A
vraagtekort
B
vraagoverschot
C
marktevenwicht
D
aanbodtekort

Slide 24 - Quiz