2M - Par. 4.2 - Wat levert het op?

§4.2 Wat levert het op?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§4.2 Wat levert het op?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Lien

Ondernemen (SchoolTV)

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen vandaag
  • Je weet wat een ondernemer is
  • Je kent de drie productiefactoren en kunt uitleggen wat investeren is
  • Je weet wat concurrenten zijn
  • Je kunt winst berekenen 
  • Je weet wanneer een bedrijf verlies maakt 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondernemer

  1. Een ondernemer verdient zijn inkomen met een eigen bedrijf.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiefactoren

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Concurrenten
Concurrenten zijn bedrijven die dezelfde soorten producten verkopen.

Bijvoorbeeld smartphones:









Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Investeren
Het kopen van kapitaalgoederen noemen we investeren

Een bedrijf die bijvoorbeeld wilt uitbreiden en meer producten wilt produceren moet nieuwe machines erbij kopen dus investeren. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbrengsten > kosten = winst
Kosten > opbrengst = verlies
Faillissement is mogelijk

Slide 9 - Diapositive

https://schooltv.nl/item/wat-is-winst-omzet-min-kosten

Slide 10 - Lien

Omzet, kosten, winst (SchoolTV)
In oefening
Je hebt vandaag voor €325 aan ijs verkocht. 
De kosten waren €196. 

Wat is de winst? 


Slide 11 - Diapositive

Omzet - kosten = winst 
€ 325 - € 196 = € 129
In oefening
We gaan op Koningsdag limonade verkopen. We verkopen deze voor € 1,50 per glas. In totaal verkopen we 228 glazen. De inkoopkosten zijn € 0,40 per glas. Verder kost het huren van het kraampje € 125,- 

Wat is de totale winst/verlies van deze dag? 

Slide 12 - Diapositive

Omzet - kosten = winst
Omzet = € 1,50 x 228 = € 342
Kosten = € 0,40 x 228 = € 91,20 + € 125 =
€ 216,20

€ 342 - € 216,20 = € 125,80
Winst