Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
§4.2 Wat levert het op?
Slide 1 - Diapositive
Doelen vandaag
Je weet wat een ondernemer is
Je kent de drie productiefactoren en kunt uitleggen wat investeren is
Je weet wat concurrenten zijn
Je kunt winst berekenen
Je weet wanneer een bedrijf verlies maakt
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
1. Doelen vandaag
2. Terugblik §4.1
3. Instructie §4.2
4. Werken aan §4.2
5. Reflectie & huiswerk
Slide 3 - Diapositive
BEGRIPPEN Vorige les
Produceren
Toegevoegde waarde
Bedrijfskolom
Productiesectoren
Productiekosten
Kostprijs
Slide 4 - Diapositive
WAT BETEKENT TOEGEVOEGDE WAARDE?
A
EXTRA WAARDE DOOR BEWERKING VAN PRODUCT
B
BTW
C
EXTRA WAARDE OMDAT JE KORTING KRIJGT OP GRONDSTOF
D
MEER WINST
Slide 5 - Quiz
EEN CONSUMENT IS WEL ONDERDEEL VAN DE BEDRIJFSKOLOM
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 6 - Quiz
Voor een goededoelenactie heb je 350 koekjes gebakken. Hiervoor heb je €42 uitgegeven. Wat is de kostprijs per koekje?
Slide 7 - Question ouverte
Pincode blz. 102
Slide 8 - Diapositive
Wie kent iemand met een eigen bedrijf?
Slide 9 - Question ouverte
Ondernemer
Een ondernemer verdient zijn inkomen met een eigen bedrijf.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Productiefactoren
Slide 12 - Diapositive
Investeren
Het kopen van kapitaalgoederen noemen we investeren
Een bedrijf dat bijvoorbeeld wil uitbreiden en meer producten wil produceren moet nieuwe machines erbij kopen dus investeren.
Slide 13 - Diapositive
Concurrenten
Concurrenten zijn bedrijven die dezelfde soorten producten verkopen.
Bijvoorbeeld bij smartphones:
Slide 14 - Diapositive
kosten < opbrengst = winst
kosten > opbrengst = verlies
Faillissement is mogelijk
Slide 15 - Diapositive
Je hebt vandaag voor €325 aan ijs verkocht. De totale kosten waren €196. Wat is de winst?
Slide 16 - Question ouverte
We gaan op Koningsdag limonade verkopen. We verkopen deze voor €1,50 per glas. In totaal verkopen we 228 glazen. De inkoopkosten zijn €0,40 per glas. Verder kost het huren van het kraampje €125,- Wat is de totale winst/verlies van deze dag?
Slide 17 - Question ouverte
§4.2 Wat levert het op?
😒🙁😐🙂😃
Slide 18 - Sondage
Aan de slag
Doen: Maken opgaven §4.2
Samenwerken: Op de gang
Vragen? Vinger opsteken
Klaar? Nakijken en daarna iets voor jezelf in stilte