Voorbereiding week van het geld 2022

Tibe (13) en Laure (14) wonen met hun ouders in Mechelen. Het gezin wil dit jaar meer tijd samen doorbrengen. Welke hobby zal dit jaar de grootste uitgave zijn voor het gezin?
A
1 keer per 2 weken gaan zwemmen (150 euro per jaarabonnement per persoon)
B
1 keer per 2 weken gaan klimmen (100 euro per 10-beurtenkaart)
C
3x per jaar een daguitstap naar een grote Belgische zoo (enkel inkomticket)
D
5x per jaar een escape room spelen
1 / 22
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Tibe (13) en Laure (14) wonen met hun ouders in Mechelen. Het gezin wil dit jaar meer tijd samen doorbrengen. Welke hobby zal dit jaar de grootste uitgave zijn voor het gezin?
A
1 keer per 2 weken gaan zwemmen (150 euro per jaarabonnement per persoon)
B
1 keer per 2 weken gaan klimmen (100 euro per 10-beurtenkaart)
C
3x per jaar een daguitstap naar een grote Belgische zoo (enkel inkomticket)
D
5x per jaar een escape room spelen

Slide 1 - Quiz

Redouan is 13 jaar en heeft net zijn eerste bankkaart gekregen. Wat kan hij met deze debetkaart niet doen?
A
Betalen in de winkel
B
Online aankopen betalen
C
Geld lenen
D
Geld afhalen aan een bankautomaat

Slide 2 - Quiz

Dankzij het sociale zekerheidssysteem in België is elke Belg zijn leven lang financieel beschermd. Wat is geen onderdeel van de sociale zekerheid?
A
De gedeeltelijke terugbetaling van een bezoek aan de tandarts
B
De uitbetaling van het pensioen aan gepensioneerden
C
De uitbetaling van een werkloosheidsuitkering aan werklozen
D
De terugbetaling van je vervoersonkosten als je gaat werken

Slide 3 - Quiz

Als je een product koopt in de winkel zit er in de prijs een belasting verrekend. Hoe noemen we die belasting?
A
Vennootschapsbelasting
B
Btw (belasting op de toegevoegde waarde)
C
Registratiebelasting
D
Onroerende voorheffing

Slide 4 - Quiz

Er staat vandaag 250 euro op je zichtrekening. 15 jaar geleden kon je met 250 euro:
A
Meer kopen dan vandaag
B
Minder kopen dan vandaag
C
Evenveel kopen als vandaag

Slide 5 - Quiz

Je krijgt volgende sms:
A
Skimming
B
Phishing
C
Spyware
D
Geldezels

Slide 6 - Quiz

Van welke rekening gaat er geld af als je met je debetkaart betaalt?
A
Je zichtrekening
B
Je spaarrekening
C
Je zicht- of spaarrekening: dat kan je kiezen

Slide 7 - Quiz

Wat bedoelt men met de uitspraak ‘Let op! Geld lenen kost ook geld’?
A
Geld lenen kost de banken geld want ze moeten extra bankbiljetten drukken.
B
Geld lenen kost je geld want je moet eerst een instapkost betalen om te mogen lenen.
C
Geld lenen kost de banken geld want ze krijgen het geleende geld niet altijd terug
D
Geld lenen kost je geld want je moet niet alleen het geleende geld terugbetalen maar ook nog de intrest.

Slide 8 - Quiz

Geld lenen kost je geld want je moet niet alleen het geleende geld terugbetalen maar ook nog de intrest.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het percentage elektronisch of gedematerialiseerd geld in omloop in Europa?
A
Minder dan 25 %
B
Tussen 25 % en 50 %
C
Tussen 50 % en 75 %
D
Meer dan 75 %

Slide 10 - Quiz

Als je als jongere informatie, advies of hulp nodig hebt, kan je terecht bij de jongerenwerking van het CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk). Er zijn verschillende punten in Vlaanderen en je kan er terecht voor vragen over geld, maar ook over gezondheid, seks, relaties, drugs, problemen thuis en nog veel meer. Hoe heet deze organisatie?
A
VDAB
B
JAC
C
Jeugdraad
D
Kind&Gezin

Slide 11 - Quiz

Het zijn solden! Je koopt een broek: de oorspronkelijke prijs is 86 euro en de broek is afgeprijsd met 20 %. In een andere winkel koop je een smartwatch van 55 euro aan halve prijs. Tot slot wil je een headset kopen. Je twijfelt tussen 2 promo’s: een SoundPlus van 120 euro aan 25 % korting of een TotalNoiz van 90 euro met 10 % korting. Je kiest uiteindelijk de goedkoopste.

Hoeveel heb je in totaal uitgegeven?

Slide 12 - Question ouverte

Welke lening kan je niet gebruiken om de aankoop van een auto te financieren?
A
Autolening
B
Lening bij een vriend
C
Consumentenkrediet
D
Hypothecaire lening

Slide 13 - Quiz

Welke lening zal je in totaal het meeste kosten?
A
Lening A: 10.000 euro op 3 jaar tijd met een JKP van 4,20 %
B
Lening B: 10.000 euro op 5 jaar tijd met een JKP van 4,20 %
C
Lening C: 10.000 euro op 5 jaar tijd met een JKP van 4,70 %

Slide 14 - Quiz

Welke verzekering moet je als autobestuurder in België verplicht hebben?
A
De kilometerverzekering
B
De omniumverzekerin
C
De verzekering burgerlijke aansprakelijkheid
D
De takelverzekering

Slide 15 - Quiz

Cash geld is een wettig betaalmiddel. Wanneer mag een verkoper je betaling in cash toch weigeren?
A
Je wil een smartphone van 300 euro kopen met 6 briefjes van 50 euro.
B
Je wil een broodje van 3 euro kopen met een briefje van 100 euro.
C
Je wil een scooter van 2000 euro betalen met 100 euro cash en 1900 euro met je bankkaart.

Slide 16 - Quiz

Raïssa gaat alleen wonen. Ze staat op het punt een huurovereenkomst te tekenen voor een appartement. Welke bewering is fout
A
Raïssa moet een huurwaarborg als dit in de overeenkomst is vastgelegd. Ze krijgt dit bedrag op het einde van de huur terug mits er geen schade is aan het appartement.
B
Raïssa moet de getekende huurovereenkomst registreren binnen de 2 maanden na de ondertekening.
C
De verhuurder moet samen met Raïssa een gedetailleerde plaatsbeschrijving laten opmaken.

Slide 17 - Quiz

Wat was de slotkoers van de BEL20 op 31 januari 2022?

Slide 18 - Question ouverte

Je bent je kredietkaart kwijtgespeeld. Kan iemand die je kaart vindt online spullen kopen zonder dat hij je pincode kent?
A
Ja
B
Neen

Slide 19 - Quiz

Wanneer zal de koopkracht van je spaargeld toenemen?
A
Als de inflatie groter is dan de intrestvoet van de spaarrekening.
B
Als de inflatie lager is dan de intrestvoet van de spaarrekening.
C
Als de inflatie en de intrestvoet van de spaarrekening gelijk zijn.

Slide 20 - Quiz

Je grootouders kopen een appartement aan de zee om daar te wonen en van hun pensioen te genieten. Het appartement kost 230.000 euro. Hoeveel moeten zij bovenop de aankoopprijs betalen aan registratierechten?
A
10 %
B
6.900 euro
C
4.000 euro
D
6 %

Slide 21 - Quiz

14 % van de jongeren is bereid zijn bankkaart en pincode (bewust of onbewust) uit te lenen aan criminelen (onderzoek Febelfin). Wat is geen risico van geldezel te zijn?
A
Je kan al je geld kwijt geraken.
B
Je kan een gevangenisstraf krijge
C
Je bank kan je bankrekening afsluiten.
D
Als je later geld wilt lenen, moet je meer rente betalen.

Slide 22 - Quiz