Cette leçon contient 49 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 8 Familie
Par 8.1 Huwelijk
Par 8.2 Verplichtingen huwelijk
8.3 Beëindiging huwelijk
8.4 Andere samenlevingsvormen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen par 8.1
Je kunt uitleggen hoe een huwelijk wordt gesloten
Je kunt de mogelijke vermogensrechtelijke regelingen noemen
Slide 2 - Diapositive
Materiële vereisten huwelijk:
Verschillende voorwaarden om te mogen trouwen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Erfenis ontvangen tijdens huwelijk valt buiten gemeenschap
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Zelf aan de slag les 1
Lees paragraaf 8.1
Maak opdracht 8.1 t/m 8.5
Hoe: stil en zelfstandig. Dus geen overleg met elkaar.
Slide 21 - Diapositive
Leerdoelen par 8.2
Je kunt de financiële verplichtingen naar elkaar tijdens het huwelijk noemen.
Slide 22 - Diapositive
minderjarige kinderen te verzorgen, op te voeden en kosten gezamenlijk te dragen.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Hoofdregel vergoedingsplicht:
Deel van de waarde van het goed op het tijdstip waarop de vergoeding wordt voldaan
Slide 28 - Diapositive
Beleggingsleer huwelijk
een echtgenoot krijgt een goed t.l.v. het vermogen van de andere echtgenoot.
Een echtgenoot betaalt mee aan een verbetering van een goed (verbouwing) van de ander. De meebetalende echtgenoot deelt mee in de waardeverandering.
Slide 29 - Diapositive
Situatie 1
Stel beide echtgenoten samen kopen een woning voor €250.000 en voor hetzelfde bedrag gefinancierd.
1 echtgenoot ontvangt een eigenwoningschenking van €75.000,-. en wordt gebruikt om deel hypotheek af te lossen.
Er ontstaat een vordering van €75.000/€250.000x 100= 30%
Stel scheiden en waarde woning is €300.000,- en hypotheek is niet verder afgelost.
Ene echtgenoot heeft recht op 30% van €300.000= € 90.000,-
Van de overwaarde bij verkoop gaat dus eerst €90.000,- naar die ene echtgenoot.
Van de overgebleven overwaarde (300.000-175.000= €125.000 en 125.000-90.000= €35.000) krijgt ieder de helft (35.000/2= €17.500,-).
Slide 30 - Diapositive
Zelf aan de slag les 2
Maak opdracht 8.1 t/m 8.5 af
Lees par 8.2
Maak opdracht 8.6 t/m 8.9
Hoe: stil en zelfstandig. Dus geen overleg met elkaar.
Slide 31 - Diapositive
Leerdoelen par 8.3
Je kunt de manieren noemen waarop een huwelijk eindigt.
Je kunt de financiële en wettelijke consequenties van scheiden op het gebied van scheidingsprocedure, partnerpensioenrechten en alimentatie noemen en berekenen.
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Diapositive
Slide 46 - Diapositive
Slide 47 - Diapositive
Zelf aan de slag les 3
Lees paragraaf 8.3 en maak opgave 8.10 t/m 8.15
Hoe: stil en zelfstandig. Dus geen overleg met elkaar.
Slide 48 - Diapositive
Huiswerk les 3
Lees paragraaf 8.3 en maak opgave 8.10 t/m 8.15
Hoe: stil en zelfstandig. Dus geen overleg met elkaar.