Week van het geldVersie1

Week van het geld 2024
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Week van het geldPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Week van het geld 2024

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo



Sparen duurt te lang. Je kunt beter lenen en afbetalen. Dan kun je meteen kopen wat je wilt hebben.
A
eens
B
oneens

Slide 3 - Quiz


Geld lenen is gevaarlijk, omdat je niet weet 
of je de schuld wel kan terugbetalen.
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz


Wie van jullie spaart?
A
Ik spaar voor iets wat ik heel graag wil (hebben).
B
Sparen? Ik kom altijd geld tekort!
C
Ik spaar, maar weet niet precies waarvoor.
D
Ik hoef niet te sparen, want ik krijg alles wat ik wil (hebben).

Slide 5 - Quiz


Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar spaar jij voor, 
of zou je voor willen sparen??

Slide 6 - Question ouverte

Spaartips
Open een spaarrekening.
Zet iedere week of maand geld op de spaarrekening.
Veel kleine beetjes maken groot.
Maak een overzicht van inkomsten en uitgaven.
Kun je ergens op besparen?
Spaargeld maakt gelukkiger.
Praat er thuis over dat je spaart, 
en waarvoor je spaart.

Slide 7 - Diapositive


Leen je wel eens geld van iemand?
A
Ik heb nog nooit geld geleend.
B
Ik leen wel eens geld van mijn ouders.
C
Ik leen wel eens geld van een vriend of vriendin.

Slide 8 - Quiz


Leen je wel eens geld uit aan iemand?
A
Nee
B
Soms wel, aan een vriend of vriendin
C
Soms wel, aan één van mijn ouders

Slide 9 - Quiz

Geld lenen kost geld (en geluk)
Je betaalt rente over de schuld.
Je moet de schuld altijd terugbetalen.
Mensen lenen steeds opnieuw om nog meer spullen te kopen.
Een schuld maakt ongelukkig.
Soms moeten mensen geholpen worden om uit de schulden te komen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo


Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar geef jij het meeste 
geld aan uit?

Slide 12 - Question ouverte



Alles wat ik koop 
heb ik echt nodig!
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo


Wat past het meest bij jou?
A
Ik heb een bijbaan.
B
Ik doe wel eens klusjes voor geld.
C
Ik krijg alleen zakgeld.
D
Niets van dit alles, maar ik kom toch niks tekort.

Slide 15 - Quiz


Ik neem later een bijbaan.
A
ja, zeker
B
nee, zeker niet
C
ik weet het nog niet
D
ik heb al een bijbaan

Slide 16 - Quiz


Wat is jouw ideale bijbaan?

Slide 17 - Question ouverte

Regels bijbaan
12 jaar: nog geen bijbaan, wel klusjes
voor geld
13/14 jaar: bijbaan mag, alleen niet 
te zwaar werk en geen gevaarlijk werk
15 jaar: meer soorten werk, maar niet
teveel uur

scholieren.nibud.nl
TIP

Slide 18 - Diapositive


Ik heb liever een hoog uurloon 
dan leuk werk.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz