V2 20 maart 2024

V2L, le 20 mars 2024
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

V2L, le 20 mars 2024

Slide 1 - Diapositive

Planning 20/3:
- intro: Angèle
- Passé composé (herh. + être) 
- Production écrite: p. 64 ex. 25, 26,27
- extra oefenen p.c. + imparfait

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen: na deze les
- heb je geleerd over de passé composé met être
- heb je deze tijd gebruikt bij de schrijfvaardigheid
- heb je de tijdsaanduidingen geleerd die je kunt gebruiken bij en schrijfopdracht

Slide 3 - Diapositive

Intro: Angèle
La chanson = "Bruxelles, je t'aime". Songtekst: https://www.google.com/search?q=bruxelles+je+t%27aime+angele+songtekst&safe=active&ssui=on

Angèle Van Laeken, dite Angèle, est née le 3 décembre 1995 à Uccle (Bruxelles-Capitale), est une auteure-compositrice-interprète, musicienne, productrice, actrice et mannequin belge.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Passé composé: weet je het nog?
= V.T.T. in het Nederlands
bv, "Ik heb gelopen"  =>  J'ai marché

In het Nederlands vervoeg je de meeste werkwoorden in de voltooid tegenwoordige tijd met “hebben” en anders met het werkwoord “zijn”. In het Frans doen we dit op dezelfde manier, met het werkwoord “avoir” of het werkwoord “être

Slide 6 - Diapositive

Wanneer gebruik je de p.c.?
Om te vertellen over acties in het verleden. Vaak staat er een tijdsaanduiding bij - je weet dan precies op welk moment er iets is gebeurd. 

In het filmpje hierna volgt uitleg van de P.C. met het hulpwerkwoord être.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Hulpww avoir of être
In de meeste gevallen gebruik je dus het hulpwerkwoord AVOIR om de passé composé te maken. (NL --> ik heb gezongen, we hebben nagedacht)

Je gebruikt het hulpwerkwoord ÊTRE  bij werkwoorden die in het 'être-huis' staan 

Slide 9 - Diapositive

Passé composé être 
Je           suis              allé (e)             ik ben gegaan
Tu           es                  allé (e)
Il              est                allé
Elle         est                allée
nous       sommes   allé(e)s
vous        êtes            allé(e)s
Ils             sont            allés 
Elles        sont            allées

Slide 10 - Diapositive

ÊTRE-HUIS
Bij deze werkwoorden
gebruik je in de p.c. het
hulpwerkwoord être en 
niet avoir. Je noemt het ook
wel "werkwoorden van 
beweging". 

Slide 11 - Diapositive

N'oublie pas: 
Passé composé bestaat ALTIJD uit een hulpwerkwoord ÈN een voltooid deelwoord!!!
Pas op! Hou altijd het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord bij elkaar! (net als in het Engels)

Bijvoorbeeld: Ik heb een hamburger gegeten = J'ai mangé un hamburger.

Slide 12 - Diapositive

ATTENTION!
Voor de toets (tzt) moeten jullie de voltooid deelwoorden van 
3 onregelmatige werkwoorden kennen:

Avoir (hebben) = j'ai eu (ik heb gehad)
Être (zijn) = j'ai été (ik ben geweest)
Faire (doen/maken) = j'ai fait (ik heb gedaan/gemaakt)

Slide 13 - Diapositive

Production écrite: p. 64/65 
ex. 25, 26, 27

Slide 14 - Diapositive

Extra oefenen p.c. + imparfait:
1. Hier, Paul .............................. (écouter) la radio.
2. La semaine dernière, nous ................. (manger) au resto.
3. L'année dernière, j'........................... (traverser) l'océan.
4. Ce matin, Marie ................... (arriver) en retard.
5. Il y a un mois, vous ...................... (rentrer) à 3 heures du matin?
Imparfait:
6. Le film ...................... très intéressant. (être)

Slide 15 - Diapositive

Au revoir!

Slide 16 - Diapositive