woordenschat - een bekend woorddeel

H5
woordenschat
een bekend woorddeel
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H5
woordenschat
een bekend woorddeel

Slide 1 - Diapositive

Wat is een woordraadstrategie?

Slide 2 - Question ouverte

Welke woordraadstrategieën ken je?

Slide 3 - Question ouverte

een bekend woorddeel


Een woord kan bestaan uit meer delen.

Bijvoorbeeld: 
huisdier = huis + dier

Slide 4 - Diapositive

woordraadstrategieën
- een synoniem zoeken
- een omschrijving zoeken
-  een voorbeeld zoeken
- een tegenstelling zoeken

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

een bekend woorddeel


Als je weet wat de woorddelen betekenen, kun je zelf bedenken wat het hele woord betekent.

Bijvoorbeeld:
een huisdier is een dier voor in huis

Slide 7 - Diapositive

een bekend woorddeel


Er zijn woorden met een stukje ervóór, 
dat is een voorvoegsel.


Dus:
onaardig betekent niet aardig
Bijvoorbeeld: het stukje on- betekent niet.

Slide 8 - Diapositive

een bekend woorddeel


Er zijn woorden met een stukje erachter, 
dat is een achtervoegsel.


Dus:
geluidloos betekent zonder geluid
Bijvoorbeeld: het stukje -loos betekent zonder.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
Het voorvoegels on- betekent niet of zonder.

Geef bij de volgende woorden aan of het woord niet of zonder betekent.

Slide 10 - Diapositive

onbegrip
A
niet
B
zonder

Slide 11 - Quiz

onbelangrijk
A
niet
B
zonder

Slide 12 - Quiz

ongeluk
A
niet
B
zonder

Slide 13 - Quiz

ongezond
A
niet
B
zonder

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Lees wat deze achtervoegsels betekenen.




Maak van de volgende woorden 
een nieuw woord met een van 
de achtervoegsels.


-loos: zonder
-achtig: lijkt op, tamelijk veel
-aar: iemand die het doet
-waarts: die richting op
Voorbeeld: schilderen.
Een nieuw woord met -achtig is schilderachtig.
Noteer: schilderachtig.

Slide 15 - Diapositive

adem

Slide 16 - Question ouverte

bedelen

Slide 17 - Question ouverte

raadsel

Slide 18 - Question ouverte

oost

Slide 19 - Question ouverte

tekenen

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Lien

Beseffen, beginnen te weten.
betaalde
doet
gebruikt
kopen
Ondertussen
toestand
Voorbijgegaan
afrekende
je realiseren
inmiddels

situatie
toestand
verstreken
begaat
aanschaffen

Slide 22 - Question de remorquage