§2.4 Klimaatgrafieken

§2.7 Soorten klimaten en klimaatgrafieken
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§2.7 Soorten klimaten en klimaatgrafieken

Slide 1 - Diapositive

Weer 
= momentopname van de toestand van de atmosfeer

Kijkt naar:
    • temparatuur
    • neerslag
    • wind
    Klimaat
    = het gemiddelde weer berekend over 30 jaar

    Kijkt naar: 
    • zomertemperatuur
    • wintertemperatuur
    • neerslag in het jaar 

    Slide 2 - Diapositive

    Waardoor wordt de temperatuur van een plaats op aarde vooral bepaald?
    A
    De atmosfeer
    B
    De hoogte van de bergen rond een gebied
    C
    De ligging ten opzichte van de evenaar
    D
    Warme-, of koude zeestromen langs de kusten

    Slide 3 - Quiz

    Klimaatsysteem van Köppen

    Slide 4 - Diapositive

    tropisch klimaat
    Kenmerken
    Het A-klimaat heeft als belangrijkste kenmerk dat het warm is. De gemiddelde temperatuur is in de koudste maand hoger dan 18 'C.
    Het hele jaar door valt regen.
    grafiek

    Slide 5 - Diapositive

    droog klimaat
    Kenmerken
    Het B-klimaat is heet en droog. In een woestijn valt minder dan 200 mm neerslag. In een steppeklimaat is dat tussen de 200 en 500 mm per jaar. De verdamping is hoog.
    grafiek

    Slide 6 - Diapositive

    zeeklimaat
    Kenmerken
    Het C-klimaat is het gematigde zeeklimaat. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand is meer dan 10 'C. In de koudste maand de temperatuur gemiddeld boven -3 'C en onder 18 'C.
    Het hele jaar door valt er neerslag.
    grafiek

    Slide 7 - Diapositive

    landklimaat
    Kenmerken
    Het D-klimaat is het landklimaat. De invloed van de zee is er niet, waardoor de verschillen tussen warme en koude perioden groter zijn.
    De gemiddelde temperatuur in de koudste maand ligt onder -3 'C en in de warmste maand boven 10 'C.
    grafiek

    Slide 8 - Diapositive

    poolklimaat
    Kenmerken
    Het E-klimaat is het koudste klimaat. In de warmste maand wordt het nooit warmer dan 10 'C.
    Het poolklimaat vind je niet alleen bij de polen, maar ook hoog in de bergen.
    grafiek

    Slide 9 - Diapositive

    Weer 
    - plaatselijk
    - veranderlijk  
    Klimaat 
    - gaat over een groot gebied
    - geldt voor een lange periode (30 jaar)

    Slide 10 - Diapositive

    Weer
    Klimaat

    Slide 11 - Diapositive

    Welke relatie tussen luchtstreken en keerkringen?

    Slide 12 - Diapositive

    Welke twee factoren hebben de grootste invloed op het klimaat?
    Temperatuur (in ºC)
    Neerslag (in mm)

    Slide 13 - Diapositive

    Klimaatgrafieken
    Maanden van het jaar 
    Neerslag in mm 
    Temperatuur in ºC
    Staafdiagram (neerslag)
    Lijndiagram (temperatuur)

    Slide 14 - Diapositive

    Klimaatgrafieken 

    Slide 15 - Diapositive

    Wat betekenen de blauwe balkjes in een klimaatgrafiek?
    A
    De neerslag in mm.
    B
    De neerslag in liters.
    C
    De temperatuur in graden Celsius.
    D
    De temperatuur in meters.

    Slide 16 - Quiz

    Wat geeft de rode lijn aan in een klimaatgrafiek?
    A
    De hoeveelheid neerslag in mm.
    B
    Het aantal graden Celsius.
    C
    De hoeveelheid neerlag in liter.
    D
    Het aantal graden in mm.

    Slide 17 - Quiz

    Oefenen
    Kun je de klimaatgrafieken herkennen en vertellen welk klimaat het is? 

    Slide 18 - Diapositive


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Land klimaat

    Slide 19 - Quiz


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Poolklimaat

    Slide 20 - Quiz


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Poolklimaat

    Slide 21 - Quiz


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Pool klimaat

    Slide 22 - Quiz

    Klimaatgrafieken
    • Elke plaats een heeft een eigen unieke klimaatgrafiek, maar de grafieken uit dezelfde klimaatzone lijken er wel op

    Slide 23 - Diapositive

    Opdracht

    Klimaatgrafieken maken

    2.7 maken

    Slide 24 - Diapositive