omrekenen tijd

Hoe werk ik vandaag?
  • Gezamenlijke opstart van de les.
  • Daarna is er ruimte voor uitleg of zelfstandige verwerking ---> Apart voor groep 1 en groep 2.
  • Groep 1: Sangay, Heymi, Dijar
  • Groep 2: De rest van de klas 
  • Gezamenlijk afsluiting van de les.
  • Eventuele koppeling naar de volgende les.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoe werk ik vandaag?
  • Gezamenlijke opstart van de les.
  • Daarna is er ruimte voor uitleg of zelfstandige verwerking ---> Apart voor groep 1 en groep 2.
  • Groep 1: Sangay, Heymi, Dijar
  • Groep 2: De rest van de klas 
  • Gezamenlijk afsluiting van de les.
  • Eventuele koppeling naar de volgende les.

Slide 1 - Diapositive

Programma
Terugblik
Oriëntatie
Uitleg
Verlengde instructie
Oefenen
Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
1 kg = ?  gram
1 gram = ? milligram
1 pond = ?  gram
1 ons = ? gram
ONTHOUDEN:

Slide 3 - Diapositive

=     1 ___?___



=    1 ___?___



=    1 ___?___

Slide 4 - Diapositive

Lijnen en figuren



Rekenen Deviant.
1F deel B
Hoofdstuk 12
Startrekenen 1F en 2F
Tijd 

Slide 5 - Diapositive

:

Slide 6 - Diapositive

Oefenen in tweetallen
* Je oefent met de analoge- en de digitale tijd.
* Je tekent een klok (uit je hoofd).
* Je beoordeelt de klok van een klasgenoot.


Slide 7 - Diapositive

Tijd omrekenen

Slide 8 - Diapositive

Doel van deze les
In deze lessonup ga je oefenen met omrekenen van de tijd.


Slide 9 - Diapositive

Omrekenen van minuut naar seconde
Als de tijd in minuten staat, kan je de tijd 
omrekenen, door te vermenigvuldigen met  60.
Dan staat de tijd in seconden!!

Dus: 2 minuten = .....seconden

2 minuten = 2 * 60 = 120 seconden

Slide 10 - Diapositive

reken uit:
3 min. = ....... s
A
30 s
B
300 s
C
18 s
D
180 s

Slide 11 - Quiz

reken uit:
1.5 min. = ....... s
A
15 s
B
150
C
90 s
D
90

Slide 12 - Quiz

Omrekenen van seconde naar minuut 
Als de tijd in seconden staat, kan je de tijd 
omrekenen, door te delen door  60.
Dan staat de tijd in minuten!!

Dus: 240 s = ...... min
           240 s = 240 : 60 = 4 minuten

Slide 13 - Diapositive

reken uit:
150 s = ....... min
A
1.5 min
B
2.5 min
C
15 min
D
25 min

Slide 14 - Quiz

reken uit:
630 s = .....min
A
10.5 min
B
63 min
C
1.05 min
D
6.3 min

Slide 15 - Quiz

Omrekenen van minuut naar uur
Om met snelheid te kunnen rekenen, 
moet de tijd in seconden staan, of in uur.

Als de tijd in minuten staat, kan je de tijd 
omrekenen, door te delen door  60.
Dan staat de tijd in uren!!

Slide 16 - Diapositive

Omrekenen van minuten naar uren
Als de tijd in minuten staat, kan je de tijd
omrekenen, door te delen door 60.
Dan staat de tijd in uren!!
(uur schrijf je als: h)
Dus:
120 minuten = ....... h
120 minuten = 120 : 60 = 2 h

Slide 17 - Diapositive

reken uit:
30 min = ....... h
A
0.3 h
B
0.5 h
C
1800 h
D
180 h

Slide 18 - Quiz

reken uit:
3000 min = .... h
A
5 h
B
18 h
C
50 h
D
180000 h

Slide 19 - Quiz

Omrekenen van  uur naar minuut
Om met snelheid te kunnen rekenen, 
moet de tijd in seconden staan, of in uur.

Als de tijd in uren staat, kan je de tijd 
omrekenen, door te vermenigvuldigen met
 60.
Dan staat de tijd in minuten!! Dan kan je daarna omrekenen in s

Slide 20 - Diapositive

Omrekenen van uren naar minuten
Als de tijd in uren staat, kan je de tijd
omrekenen, door te vermenigvuldigen met 60.
Dan staat de tijd in minuten!!
(uur schrijf je als: h)
Dus:
3 h = ...... min
3 h = 3 * 60 = 180 min.

Slide 21 - Diapositive

reken uit:
1 h = ..... min
A
10 min
B
0.13 min
C
60 min
D
30 min

Slide 22 - Quiz

reken uit:
0.2 h = ...... min
A
12 min
B
20 min
C
200 min
D
0.1 min

Slide 23 - Quiz

Omrekenen tijd.

Slide 24 - Diapositive

Reken uit: 4 minuten = .... seconden
Schrijf alleen het antwoord op

Slide 25 - Question ouverte

hoeveel minuten is 300 seconden?

Slide 26 - Question ouverte

reken uit:
3000 min = .... h
A
5 h
B
18 h
C
50 h
D
180000 h

Slide 27 - Quiz

Omrekenen van  uur naar seconden
Om met snelheid te kunnen rekenen, 
moet de tijd in seconden staan, of in uur.

Als de tijd in uren staat, kan je de tijd 
omrekenen, door te vermenigvuldigen met
3600. 

Je gaat immers van uur naar minuut => *60                                                                                                           en daarna van minuut naar seconde => * 60
en 60 x 60 = 3600

Slide 28 - Diapositive

reken uit:
1 h = ..... s
A
1000 s
B
300 s
C
3600 s
D
3.6 s

Slide 29 - Quiz

reken uit:
0.2 h = ...... min
A
12 min
B
20 min
C
200 min
D
0.1 min

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Lien