herhaling 6PG

DE LAATSTE LES (FOR NOW)

1 / 20

Slide 1: Diapositive

Nederlands, EngelsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

DE LAATSTE LES (FOR NOW)

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we vandaag?

korte herhaling van belangrijke leerstof
vragen beantwoorden

Slide 2 - Diapositive

UITDAGING 1

standpunt vs. argument
soorten argumenten
(constructieve) kritiek

Slide 3 - Diapositive

Iedereen moet orgaandonor worden, omdat er zo veel levens gered kunnen worden.

standpunt voor argument

argument voor standpunt

Slide 4 - Quiz

Iedereen heeft wel eens hulp nodig waardoor ik vind dat EHBO verplicht moet zijn.

standpunt voor argument

argument voor standpunt

Slide 5 - Quiz

standpunt vs. argument

standpunt

= je mening over iets

argument

= waarom je iets vindt

6.41 is een leuke klas, want ze doen (meestal) goed mee.

Slide 6 - Diapositive

soorten argumenten

cijfers, statistieken, wetenschappelijk onderzoek
voorbeeld
vergelijking met gelijkaardige situatie
persoonlijk gevoel
oorzaak-gevolg

Slide 7 - Diapositive

Wanneer is kritiek constructief?

Slide 8 - Question ouverte

constructieve kritiek

= opbouwend, positief, niet spottend, concrete tips

bv. Je schrijfopdracht was niet zo goed. Probeer de volgende keer meer op je spelling te letten. Als je dat moeilijk vindt, kan je misschien wat online oefeningen maken.

Slide 9 - Diapositive

UITDAGING 2

figuurlijke taal
mindmap

Slide 10 - Diapositive

De giraf steekt zijn nek uit om de blaadjes te kunnen eten.

figuurlijk

letterlijk

Slide 11 - Quiz

Ik moet altijd mijn nek uitsteken voor jou. Dat ben ik beu!

figuurlijk

letterlijk

Slide 12 - Quiz

figuurlijke taal

In het Nederlands wordt veel figuurlijke taal gebruikt. Als een zin figuurlijk bedoeld is, dan betekent het dat er iets anders wordt bedoeld dan er staat.

bv. spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes

Slide 13 - Diapositive

Welke hoofdvragen beantwoord je in een mindmap?

Slide 14 - Question ouverte

UITDAGING 3

tekstdoel vs. teksttype
doelpubliek

Slide 15 - Diapositive

TEKSTDOEL

TEKSTTYPE

informeren

overtuigen

amuseren

krantenartikel

column/opiniestuk

gedicht

reclame

Slide 16 - Question de remorquage

tekstdoel vs. teksttype

tekstdoel

Wat willen ze bereiken met de tekst?

bv. informeren, overtuigen, amuseren

teksttype

Welke vorm heeft de tekst?

bv. krantenartikel, column, gedicht, reclame ...

Slide 17 - Diapositive

doelpubliek

Voor wie is de tekst geschreven?

bv. jongeren, meisjes, sportievelingen, hobbykoks ...

Slide 18 - Diapositive

VRAGEN?

Slide 19 - Diapositive

Het examen Nederlands gaat me lukken!

😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage