Je krijgt een beeld van hoe goed je de lesstof voor de toets beheerst. Dit kun je gebruiken om je goed voor te bereiden en om deze week de belangrijke dingen te kunnen vragen.
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Lesdoel(en)
Je krijgt een beeld van hoe goed je de lesstof voor de toets beheerst. Dit kun je gebruiken om je goed voor te bereiden en om deze week de belangrijke dingen te kunnen vragen.
Slide 1 - Diapositive
Voor de quiz
Het zijn allemaal meerkeuze vragen.
Bedenk je dat het op de toets gewoon open vragen zijn en dat je dan moet weten hoe je een berekening opschrijft.
Het is handig om het voor jezelf wel op te schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Wanneer kun je termen bij elkaar optellen? Termen zijn bijvoorbeeld: 2x, 5a, -3p, 5ab,
−3x4
A
Als er hetzelfde getal voor staat.
B
Als ze dezelfde letter(s) en machten bij die letters hebben.
C
Als ze dezelfde letter(s) hebben.
D
Dat kan gewoon altijd.
Slide 3 - Quiz
Herleid. (3a - 5)(4a + 2)
A
12a2+26a+10
B
7a−3
C
−17a+2
D
12a2−14a−10
Slide 4 - Quiz
Herleid.
(x−4)2
A
x2+16
B
x2−8x+16
C
x2+8x+16
D
x−16
Slide 5 - Quiz
Herleid.
(2k+5m)2
A
4k2+20km+25m2
B
2k+5m2
C
4k2+25m2
D
kan.niet
Slide 6 - Quiz
Herleid.
2p6pq+4q
A
kan.niet
B
2p24pq2
C
2p14pq
D
7q
Slide 7 - Quiz
Herleid. (Schrijf als 1 breuk)
5y4+2x3
A
5y+2x7
B
5xy3x+10y
C
10xy8x+15y
D
5xy6
Slide 8 - Quiz
Herleid.
94x⋅2y3
A
18y12x
B
278xy
C
3y2x
D
18y8xy+27
Slide 9 - Quiz
Wat is de eerste stap bij het herleiden van deze vraag?
5a6:74a
A
De : veranderen naar een keer en de 1e breuk omdraaien.
B
De : veranderen naar een keer en de 2e breuk omdraaien.
C
6 : 7 berekenen
D
K.n. opschrijven.
Slide 10 - Quiz
Herleid verder.
5a6:74a=5a6⋅4a7
A
20a242
B
10a221
C
9a13
D
20a59
Slide 11 - Quiz
Herleid.
6−3p1
A
3p5
B
3p17
C
532
D
3p18p−1
Slide 12 - Quiz
Herleid.
3x2y+10xy2
A
13x3y3
B
13x2y2
C
19x2y
D
kan.niet
Slide 13 - Quiz
Herleid.
4ab2−6ab2
A
−2ab2
B
−2
C
10ab2
D
kan.niet
Slide 14 - Quiz
Herleid.
5x7−15x14
A
−3x2
B
5−15x7
C
−3x7
D
x7−3x14
Slide 15 - Quiz
Herleid.
(3k4)2
A
9k6
B
C
D
9k8
Slide 16 - Quiz
Herleid.
x9(2x3)4
A
2x3
B
x22
C
16x3
D
x216
Slide 17 - Quiz
Herleid.
3(x5)4⋅2x6
A
6x26
B
162x26
C
6x15
D
3x20+2x6
Slide 18 - Quiz
Herleid.
(−7x3yz5)2
A
−14x6y2z10
B
49x5y3z7
C
49x6y2z10
D
−49x6y2z10
Slide 19 - Quiz
Zet het getal in de wetenschappelijke notatie: 300 000
A
3⋅104
B
3⋅106
C
3⋅105
D
3⋅10−5
Slide 20 - Quiz
Zet het getal in de wetenschappelijke notatie: 789 100 000
A
7,891⋅108
B
7891⋅105
C
7,891⋅105
D
7,891⋅107
Slide 21 - Quiz
Zet het getal in de wetenschappelijke notatie: 0,0000213
A
213⋅10−7
B
2,13⋅105
C
2,13⋅10−4
D
2,13⋅10−5
Slide 22 - Quiz
Afsluiting
Heb je het lesdoel/de lesdoelen bereikt?
Verander dit dan in je digitale leerdoelenlijst.
Dan weet je precies wat je nog moet doen voor de toets.