Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Semaine 9
Slide 1 - Diapositive
qu'est-ce qu'on va faire?
Google translate
Slide 2 - Diapositive
Google Translate in het onderwijs?
Slide 3 - Diapositive
www.vandale.nl
Slide 4 - Lien
Hoe werkt google translate?
vertaalt zinnen en woorden naar wat zij in hun bestand (opslag) hebben
bestand wordt gevuld door wat mensen hier typen
uit verschillende opties zoekt de vertaalmachine de meest logische
door deze grote (dagelijkse) input wordt google vertalen steeds beter
Slide 5 - Diapositive
Google vertalen steeds beter, dus wat is het probleem??
de vertaalmachine bereikt door het vele gebruik een academisch niveau
er worden nog steeds fouten gemaakt doordat er een verschil is in grammatica tussen de ene en de andere taal
vertalen van een los woord is soms fout (omdat google translate je context/achtergrond informatie niet weet)
Slide 6 - Diapositive
www.vandale.nl
Slide 7 - Lien
Leer je wel iets van google translate?
niet als: er een vervoeging van een werkwoord staat waar jij nog nooit van gehoord hebt en die jij ook niet in je opleiding hebt geleerd. Deze kun jij in een toets of schrijfopdracht zonder hulpmiddelen niet weten. wel als: alternatief zoekt!
niet als: woorden of uitdrukkingen die te moeilijk zijn en je zelf ook niet kan bedenken tijdens een toets wel als: alternatief zoekt
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld weektaak 8 google translate
Slide 9 - Diapositive
in twee groepen: a en b
groep a vertaalt de volgende slides met Google Translate
groep b zonder Google Translate
Slide 10 - Diapositive
Vertaal nu: Zeg dat het zonder hem/haar nooit gelukt was in 1 dag.
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal: Zeg dat je hem/haar binnenkort meeneemt naar een restaurant als bedankje
Slide 12 - Question ouverte
Wat kun je wél doen als je google translate toch gebruikt?
Bewust zijn van de valkuilen van google translate
Check de vertaalde woorden die je niet kent in een (online) woordenboek, deze geeft altijd de verschillende opties. (een bank/ ( handel) un banque, (zetel/zin zitkamer) un canapé www.vandale.nl
werkwoordvervoeging die je niet kent? Zoek het infinitief op van dit werkwoord en ga naar verbuga.eu of www.cestfacile.eu en kijk naar een alternatief van de tijden die jij gebruikt in je opleiding
Slide 13 - Diapositive
het schrijf examen
tijdens het examen moet je het zonder hulpmiddel doen
investeer in standaardzinnen (oefenen, leren, quizlet etc.)
ken de opbouw van een brief: zakelijk/informeel
verhoog je woordenschat, maak een eigen woordenlijst van alle schrijfoefeningen die je maakt