Week 45 2H

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Magst du...?

Ja, ich mag...

                                                       Nein, mag ich nicht!

• Fußball spielen
• Netflix ansehen
• Coca-Cola
• Fanta
• Instagram
• usw.

Programm 

Rückblick

Lernziele

Meine erste mündliche Prüfung

• Thema: Hobbys

Aufgaben

• zusammen 
• selbständig

Rückblick

Was haben wir letztes Mal gemacht?

• Wir haben....... gelernt
  
• Wir haben Aufgabe .... und.... gemacht
  

Lernziele A1

• Ik kan in het Duits vragen stellen en beantwoorden over hobby's
• Ik herhaal de woordenschat over familie en vrienden

Neues Heft - Meine erste...

Je ontvangt een nieuw schriftje

Je werkt de komende weken uit dit schriftje

Je neemt elke les mee:

• Zugspitze 1
• Blauwe schrift

Blader het schriftje eens door, waar ga je de komende weken naartoe werken?

Aufgaben

Das machst du selber:

• Aufgabe 1A+B+C*
• Aufgabe 2
• Aufgabe 3A+B
• Aufgabe Thema 1 ab Seite 9

Das machen wir zusammen:

• Aufgabe 3C

*benutze uitmuntend.de oder duden.de

Exitticket

Het tegenovergestelde van:

• der Sohn
• der Freund
• der Lehrer

Meervoud van:

• das Hobby
• die Tochter
• das Handy

3 Denksportarten

•  
•  
• 
  

Je mag de les pas verlaten als je antwoord hebt gegeven op de volgende vragen:

lever je blaadje in voor je het lokaal verlaat

Ik heb deze les veel geleerd

😒🙁😐🙂😃

Ik vond deze les leerzaam

😒🙁😐🙂😃

Mijn eigen aandeel in de les

😒🙁😐🙂😃

Nächste Stunde

Lesen Schritt 15

Neues Heft -> Mündliche Prüfung

Programm 

Rückblick

Lernziele

Schritt 12

• Thema: Shoppen

Schritt 15

• Thema: Lesen

Rückblick

Was haben wir letztes Mal gemacht?

• Wir haben....... gelernt
  
• Wir haben Aufgabe .... und.... gemacht
  

die Lernziele

• Ik kan in het Duits een eenvoudige boodschap doen (A1)
•  Ik kan in het Duits informatie uit eenvoudige teksten halen en deze informatie verwerken (A1)

Stuttgart

Shoppen in Stuttgart

Shoppen/Boodschappen doen

Welke dingen zijn handig om te kunnen zeggen?

• kleuren
• maten
• producten/kleding/eten
• hoeveelheden 
• prijs
• omgangsvormen*

Shoppen/Boodschappen doen

Heb je weleens iets besteld in Duitsland, Zwitserland of Oostenrijk?

Hoe heb je dit gedaan?

Welke woorden heb je gebruikt?

Ich will...? vs. Ich möchte...

Ich will einen Apfelsaft bitte

Ik wil een appelsap en snel een beetje, ik heb geen uren de tijd, luie slampamper, werken voor je geld, hophophop doorwerken, je hebt toch niks beters te doen, luie donder, alsjeblieft

Ich möchte einen Apfelsaft bitte

Ik zou graag een appelsap willen, alstublieft.

Aufgaben 

Schritt 12 ab Seite 68

• Zusammen: Aufgabe 1A + B,  Aufgabe 2A + B und Aufgabe 3
  

Schritt 15 ab Seite 81

• Selber: Aufgabe 1 und Aufgabe 2*
  

* je krijgt hier volgende week nog uitleg over