Werken met een zorgleefplan

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ZorgkundeMBOStudiejaar 2-4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al van methodisch werken in het zorgleefplan?

Slide 2 - Carte mentale

Waarom is Methodisch werken belangrijk?

Slide 3 - Question ouverte

Welke 6 stappen zijn er in methodisch werken? Zoek ze op...

Slide 4 - Question ouverte

casus Inventarisatie
Je gaat aan het werk in het verpleeghuis. Je begint met het doornemen van de dossiers van de bewoners. Je inventariseert welke zorg per bewoner nodig is en wat de ,medische achtergrond is, en welke specifieke wensen en behoeften er zijn. Je leest bij 1 bewoner dat hij een instabiele bloedsuiker heeft.  

Slide 5 - Diapositive

Stap 1 Inventarisatie;
Hoe ga je te werk en wat doe je in deze fase.

Slide 6 - Question ouverte

Stap 2 Doelstellingen formuleren

Slide 7 - Question ouverte

casus doelstellingen formuleren.
Het doel is om de bloedsuikerspiegel binnen een maand stabiel te houden door middel van een aangepast dieet en medicatiebeheer.

Slide 8 - Diapositive

Wat houd de term SMART in. Wanneer pas je deze toe?

Slide 9 - Question ouverte

Stap 3 Plannen

Slide 10 - Question ouverte

Casus plannen van de taken
Je plant dagelijks controle van bloedsuikerspiegel, in overleg met diëtist wordt er een dieetplan opgesteld. Je plant regelmatige controle afspraken in met behandelende arts of discipline.

Slide 11 - Diapositive

Stap 4 uitvoeren
Wat en hoe

Slide 12 - Question ouverte

Casus uitvoeren
Je voert dagelijks de bloedsuikercontroles uit. Houdt je aan het dieetplan van dhr. Je noteert de resultaten van de metingen en je observaties in het dossier van de client. Je zorgt er voor dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de voortgang en eventuele afwijkingen.

Slide 13 - Diapositive

Stap 5 Evalueren

Slide 14 - Question ouverte

casus evalueren vd zorg
Je evalueert na een maand de bloedsuikerspiegel van de bewoner. Je bespreekt de resultaten met de bewoner en andere zorgverleners, en bekijkt of het dieet en de medicatie effectief zijn geweest. Op basis van deze evaluatie kunnen er aanpassingen worden gemaakt.

Slide 15 - Diapositive

Stap 6 bijstellen

Slide 16 - Question ouverte

casus bijstellen
Als blijkt dat de bloedsuiker niet stabiel is gebleven kan je in overleg met de arts en diëtist besluiten om het dieet verder aan te passen of om andere medicatie te proberen. 
Hier pas je dan het zorgplan op aan en begint de cyclus van het methodisch werken opnieuw. 

Slide 17 - Diapositive

P: Dhr zijn bloedsuikers zijn ontregeld
E: Dhr houd geen rekening met zijn diabetes mbt eten. 
S: Dhr heeft geen stabiele bloedsuikerwaarden

Doelstelling; (SMART)  de bloedsuikerspiegel van de bewoner binnen een maand stabiel te houden door middel van een aangepast dieet en medicatiebeheer.

Plannen;
Wie doet wat wanneer

Slide 18 - Diapositive

Wat weet je nu wat je eerst niet wist?

Slide 19 - Carte mentale