Les 3 Natuurwetenschappen

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

NaSch les 3

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan je:

• De elementen en symbolen benoemen 

• Indeling benoemen van de moleculaire structuur;
• De eigenschappen van zuur, basisch en zout benoemen.
  

Wat weet jij over opbouw van stoffen?
(hint Atoom)

Opbouw van stoffen

• Atomen zijn de bouwstenen van een stof
• Meerdere atomen vormen samen een molecuul.
• Een molecuul is het kleinste gedeelte van een stof dat nog alle oorspronkelijke eigenschappen bezit van de stof
• Elementen zijn deeltjes die uit 1 soort atomen bestaat
• Verbindingen die uit 2 soorten atomen bestaat

Voorbeeld atoom is H2O

Opbouw van stoffen

Alle stoffen op aarde bestaan uit een of meerdere elementen. Cosmetische producten bevatten dus ook verschillende elementen. Je kunt elementen indelen op twee manieren:

• Metalen
  
• Niet metalen
  

Wat weet jij over metalen? 

Metalen

• Hebben een vaste vorm;
  
• Smelten bij een hoge temperatuur;
• Voelen koud en het zijn stroomgeleiders.

Metalen

Niet-metalen

• Zijn zacht en broos;
• Komen voor in vaste vorm, vloeibare vorm en in gasvorm.

Wat weet je over niet metalen?

Niet-metalen

Indeling moleculaire structuur

Enkelvoudige stoffen:

Bestaan uit moleculen die zijn opgebouwd uit een soort atoom. Voorbeeld:

Waterstofgas H2, zuurstofgas O2 en ozon O3

Verbindingen of samengestelde stoffen

Zijn opgebouwd uit moleculen die bestaan uit verschillende atomen.

Voorbeeld:

Water H2O en kooldioxide CO2

Organische stoffen

Bevatten het element koolstof en meestal ook waterstof.

Organische verbindingen worden ook wel koolwaterstofverbindingen genoemd.

Voorbeeld:

Alcoholen koolhydraten, vetten en eiwitten

Anorganisch verbindingen

Hierin komt geen koolstof voor op de volgende uitzonderingen na -> koolmonoxide en kooldioxide .

Voorbeelden:

Ozon, zuurstofgas, waterstofgas,kooldioxide, koolmonoxide, water, keukenzout en soda.

Zuur, basisch of zout

Elke stof heeft zijn eigen eigenschappen.

Bijvoorbeeld voor een anti-aging behandeling gebruik je producten die iets zuur zijn.

Zuren

Eigenschappen:

• Prikkelende smaak
• samentrekkende werking op de eiwitten van de huid
• eiwitspitsende werking
• blekend
• weerstand tegen ziekteverwekkers
• verstevigende werking
• opgelost in water geleiden ze stroom
  

Basen

Eigenschappen:

• zeepachtige smaak
• zwakke basen verweken de hoornlaag en werken hoornspitsend
• opgelost in water geleiden ze stroom
  

Voorbeeld:

Natriumhydroxide en kaliumhydroxide. Vindt je terug in nagelriem verwekers.

Schuimende reiniging producten licht basisch

Zouten

Als je een base en zuur samen brengt ontstaat er zout en water

Aluin en salmiak zijn zure zouten

Soda en borax zijn basische zouten

Zout zorgt ervoor dat het zuur zijn werking verliest.

Soda heeft een zuiverende en verwekende werking op de huid. Ontstoken teen bijvoorbeeld in een soda badje

PH-waarde

De PH-waarde word ook wel de zuurtegraad van de huid genoemd.

De zuurtegraad van producten wordt uitgedrukt in een getal tussen de 0 en 14.

PH-waarde

0-7 stof zuur

7 is neutraal

8-14 is basisch

Huid is 5.5 dus licht zuur

Zuurmantel

De bovenste huidlaag heet de zuurmantel.

Functie: Beschermt je huid tegen infecties, irritaties en uitdroging.

Bestaat uit: Zweet, talg en resten van het verhoorningsproces.

Deze laag wil je niet verstoren PH hoger dan 9 is schadelijk voor de huid.

Voorbeeld Zeep heeft een ph van 9 huid wordt minder zuur en heeft 2 tot 3 uur nodig te herstellen

Vandaar dat veel producten PH neutraal zijn (aangepast aan de waarde van de huid)

Heb je de leerdoelen behaald?

•  De elementen en symbolen benoemen van metalen en

 niet- metalen;

•    De indeling benoemen van de moleculaire structuur;

•     De eigenschappen van zuur, basisch en zout benoemen.

Vragen?