klas 1 h3 waarnemen

LessonUp over H3 ''Waarnemen''
§3.1 t/m 3.4
Je logt in met je iPad
Alles herhalen! 
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

LessonUp over H3 ''Waarnemen''
§3.1 t/m 3.4
Je logt in met je iPad
Alles herhalen! 

Slide 1 - Diapositive

Nu eerst een video
Over tastzintuigen in je huid
Goed opletten!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is de huid?
A
orgaan
B
weefsel
C
orgaanstelsel
D
cel

Slide 4 - Quiz

Je huid heeft.... zintuigen. ( Allemaal)
A
Tast, warmte, koud en pijn
B
tast, voel, koud en warm
C
Warmte en Pijn
D
Pijn en koud/warm

Slide 5 - Quiz

Het orgaan de huid heeft meerdere zintuigen.
Welke zintuig van de huid is NIET goed gekoppeld aan zijn prikkel?
A
warmtezintuig - hoge temperatuur
B
koudezintuigen - lage temperatuur
C
tastzintuigen - hoe smaakt een voorwerp
D
pijnzintuig - pijn

Slide 6 - Quiz

Welk zintuig ligt er niet in je huid?
A
Koude zintuig
B
Tastzintuig
C
Evenwichtszintuig
D
Drukzintuig

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN zintuig in je huid?
A
Warmte zintuig
B
Voelzintuig
C
Tastzintuig
D
Drukzintuig

Slide 8 - Quiz

Nu een video
Over de hersenen
Goed opletten!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Je zenuwstelsel bestaat uit
A
zenuwen, ruggenmerg, hersenen
B
ruggenmerg en hersenen
C
zenuwen, ruggenmerg, hersenen, berichten
D
zenuwen, bloed, ruggenmerg, hersenen

Slide 11 - Quiz

In de afbeelding zie je de hersenen van een mens. wat zijn de hersenen?
A
Een cel
B
Een orgaan
C
Een orgaanstelsel
D
Een organisme

Slide 12 - Quiz

Wat is een impuls
A
een elektrisch signaaltje door een zenuw
B
een verandering in de omgeving
C
een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
D
een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen

Slide 13 - Quiz

Wat is een prikkel?
A
Een orgaan reageert op invloed uit de omgeving
B
Electrische signalen die naar je hersens gaan
C
Een invloed uit je omgeving
D
Een cel die impulsen opvangt

Slide 14 - Quiz

Wat hoort niet bij het zenuwstelsel?
A
hersenen
B
zenuwen
C
ruggenmerg
D
zintuigen

Slide 15 - Quiz

Nu een video
Over de onderdelen van het oog
Goed opletten!

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies

Slide 18 - Quiz

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies.
B
Het netvlies.
C
Het vaatvlies.

Slide 19 - Quiz

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het buitenste vlies van je oog, dat je oog beschermt?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies

Slide 21 - Quiz

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
oogzenuw
lens

Slide 22 - Question de remorquage

Nu een video
Over de pupilreflex
Goed opletten!

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Hoe noem je het groter en kleiner worden van de pupil? (dit gaat vanzelf)
A
Oogreflex
B
Pupilreflex
C
Accommoderen
D
Accommodatiereflex

Slide 25 - Quiz

Wat doet de pupil/wat is de functie van de pupil?
A
Regelt de hoeveelheid licht die in je oog komt.
B
Regelt dat je altijd scherp kunt zien.
C
Zorgt dat je kunt focussen.
D
Zorgt ervoor dat je kleuren kunt zien.

Slide 26 - Quiz

het licht staat aan maar gaat plots uit. wat gebeurt er dan met de pupil?
A
wordt groter
B
wordt kleiner
C
veranderd niet

Slide 27 - Quiz

Nu een video
Over de onderdelen van je oor
Goed opletten!

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Oorschelp
Gehoorgang
Slakkenhuis
Trommelvlies
Gehoorbeentjes

Slide 30 - Question de remorquage

Wat is de functie van het trommelvlies?
A
impulsen doorgeven
B
trillingen doorgeven
C
luchtdruk in binnen- en buitenoor gelijk houden
D
beschermt het binnenoor

Slide 31 - Quiz

Hoe lopen de trillingen door het oor?
A
Gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
B
Gehoorgang - trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
C
Gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
D
Gehoorgang - slakkenhuis - gehoorbeentjes - trommelvlies

Slide 32 - Quiz

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de prikkel voor het oor?
A
licht
B
impuls
C
geluid
D
tikken

Slide 33 - Quiz

Wat doet het slakkenhuis?
A
zintuigcellen zetten de trillingen om in berichten
B
geeft de trillingen aan de gehoorbeentjes
C
de berichten via de gehoorzenuw aan de hersenen geven

Slide 34 - Quiz

Nu een video
Over bijziend zijn
Goed opletten!

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Iemand die bijziend is...
A
Kan goed dichtbij kijken
B
Kan goed in de verte zien

Slide 37 - Quiz

Niek ziet niet meer scherp van dichtbij. Hij heeft een bril nodig. Wat voor bril heeft hij nodig?
A
Hij is bijziend en heeft een + bril (bolle lenzen) nodig
B
Hij is verziend en heeft een + bril (bolle lenzen) nodig
C
Hij is verziend en heeft een - bril (holle lenzen) nodig
D
Hij is bijziend en heeft een - bril (holle lenzen) nodig

Slide 38 - Quiz

Nu een video
Over de buis van eustachius
Goed opletten!

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Wat is NIET WAAR
over de buis van Eustachius?

A
Als je gaapt of slikt gaat deze open
B
kan verstopt raken
C
Verbinding in het slakkenhuis
D
Verbinding tussen neus en oor

Slide 41 - Quiz

Wat is de taak van de buis van Eustachius?
A
Geluid doorgeven aan het trommelvlies
B
Zorgen dat de luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk blijft
C
Trillingen doorgeven tussen de gehoorbeentjes
D
Impulsen doorgeven aan de gehoorzenuw

Slide 42 - Quiz

Nu een video
Over de smaakzintuigen
Goed opletten!

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Vidéo

Hoeveel smaakzintuigen heb je op je tong?
A
2
B
5
C
6
D
8

Slide 45 - Quiz

wat is de prikkel van je smaakzintuigen?
A
geurstoffen
B
smaakstoffen
C
aanraking
D
geluid

Slide 46 - Quiz

Je kan proeven door de samenwerking van
A
Oog en neus
B
Oog en tong
C
Neus en tong
D
Mond en tong

Slide 47 - Quiz