BK 6.2 De bloedsomloop

6.2 Bloedsomloop
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

6.2 Bloedsomloop

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les: 
Je kunt vertellen waar het bloedvatenstelsel uit bestaat
je kunt het verschil aangeven tussen de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop

Slide 2 - Diapositive

Bloedvatenstelsel













bloedvaten en het hart 
2,5 keer omtrek aarde

Slide 3 - Diapositive

doel:
Zuurstof en voeding naar de cellen brengen
CO2 en afvalstoffen bij de cellen ophalen

Slide 4 - Diapositive

Op welk been staat een tatoeage? 

Slide 5 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop

Slide 6 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Begrippen
bloedvatenstelsel
bloedsomloop
rechter en linker helft
kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
dubbele bloedsomloop

Slide 11 - Diapositive

Test jezelf

Ga naar Lesson Up en log in

Slide 12 - Diapositive

Hoort het hart bij het bloedvatenstelsel?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Dubbele bloedsomloop

Slide 14 - Question ouverte

Kleine bloedsomloop

Slide 15 - Question ouverte

De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen

Slide 16 - Quiz

Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen

Slide 17 - Quiz


Bij één omloop, stroomt het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart

Slide 18 - Quiz

Welke kant van het hart bevat zuurstof rijk bloed?
A
rechts
B
links

Slide 19 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van de kleine bloedsomloop?

Slide 20 - Question ouverte

Welk bloedonderdeel vervoert zuurstof?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen

Slide 21 - Quiz

Welke bloedcellen bestaan niet uit hele cellen?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 22 - Quiz

Uit welke delen bestaat bloed?
A
bloedplasma en rode bloedcellen
B
Rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
C
Bloedcellen en water
D
Bloedplasma en bloedcellen

Slide 23 - Quiz

Laag A in de
reageerbuis, bevat
A
Bloedplasma
B
witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplaatjes en witte bloedcellen

Slide 24 - Quiz

Waaruit bestaat bloedplasma voornamelijk?
A
eiwitten
B
water
C
zouten
D
zuurstof

Slide 25 - Quiz

Onderdeel 2 is een...?
A
rode bloedcel
B
witte bloedcel
C
bloedplaatje
D
bloedplasma

Slide 26 - Quiz

Welke bloedcellen hebben een celkern?
A
Alleen witte bloedcellen
B
Alleen rode bloedcellen
C
Alleen bloedplaatjes
D
Witte en rode bloedcellen

Slide 27 - Quiz

Welk type bloedcellen kunnen door wanden heen kruipen?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen

Slide 28 - Quiz