Horeca 1.

Werken in de Horeca!
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
horecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Werken in de Horeca!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Waar denk je aan
bij het woord
HORECA?

Slide 3 - Carte mentale

Waarvan is HORECA de afkorting?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Sector horeca
Bij de horeca horen alle bedrijven die zich bezighouden met het verkopen van eten, drinken en overnachtingen. 
Het is een sector waar regelmatig vernieuwingen en trends te zien zijn. 
Bekijk het volgende filmpje maar eens!

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Belangrijk in de horeca is:
"Etiquette"

Slide 8 - Diapositive


Wat betekent het woord 'etiquette'?
A
plaksticker
B
regels over wat beleefd is en wat niet
C
naam van de radioshow

Slide 9 - Quiz

Voorbeelden van
Etiquette

Slide 10 - Carte mentale

0

Slide 11 - Vidéo

Wat viel op in het filmpje?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de grootste tafel ergernis?
A
Slurpen, smakken of boeren
B
Gebruik smartphone
C
Met volle mond praten
D
Met open mond kauwen

Slide 13 - Quiz

Wat zijn jullie eigen grote tafel ergernissen of tafelmanieren?

Slide 14 - Question ouverte

voorbeelden van
goede tafelmanieren?

Slide 15 - Carte mentale

Slide 16 - Vidéo

Computer opdracht
Zoek op internet 3 verschillende tafelmanieren van:
- Nederland
- Japan
- Islamitische landen

Zoek per land een plaatje en noteer daarbij jouw 3 ontdekkingen, verwerk dit in word. Stuur dit op via de mail.
timer
35:00

Slide 17 - Diapositive

De tafel dekken 
Waar leg je wat neer, en waarom....? 

Slide 18 - Diapositive

Regels bij tafel dekken
  1. Was je handen 
  2. Gebruik een tafellaken of placemats  
  3. Borden 1 cm van de tafelrand en recht tegenover elkaar 
  4. Mes rechterkant, snijkant naar het bord 
  5. Vork links 
  6. Soeplepel rechts (indien van toepassing) 
  7. Dessertlepel boven het bord. Handvat rechts 
  8. Gevouwen servet rechts naast het bestek of in het midden van het bestek
  9. Wijnglas of waterglas boven het mes

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Hoeveel cm moet een bord van de tafelrand staan?
A
Ongeveer 3 cm
B
Ongeveer 2 cm
C
Ongeveer 4 cm
D
Ongeveer 1 cm

Slide 21 - Quiz

Vorken leg je ..... van het bord
A
Rechts
B
Links

Slide 22 - Quiz

Waar moet de dessertlepel liggen?
A
Boven aan het bord
B
Links van het bord
C
Rechts van het bord
D
Onderaan het bord

Slide 23 - Quiz

Messen leg je ....... van het bord
A
Rechts
B
Links

Slide 24 - Quiz

Waar leg je een servet?
A
Links naast het bestek of tussen het bestek
B
Rechts naast het bestek of tussen het bestek

Slide 25 - Quiz

Glazen zet je boven ....
A
De vork
B
Het mes

Slide 26 - Quiz

Waar staat het wijn of waterglas?
A
Linksboven
B
Rechtsonder
C
Rechtsboven
D
Linksonder

Slide 27 - Quiz

Wat staat hier fout?
A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D

Slide 28 - Quiz

Wat staat hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Soeplepel, vork en mes

Slide 29 - Quiz

Wat staat hier fout?
A
Mes, vork en soeplepel
B
Soepkom
C
Alles staat goed

Slide 30 - Quiz

Wat staat hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Alles is goed

Slide 31 - Quiz

Ork ork ork, soep eet je met een
A
vork
B
lepel

Slide 32 - Quiz

Menu: 
1. Tomatensoep
2. Biefstuk met friet
 

Slide 33 - Question de remorquage

  • Zelf oefenen met servetten vouwen
  • Bekijk het filmpje en doe het na.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Klaar!



Dat was het, hopelijk ging het goed.
Tot de volgende keer.

Slide 36 - Diapositive