M&A - Tafeldekken

Horeca
Bij de horeca horen alle bedrijven die zich bezighouden met het verkopen van eten, drinken en overnachtingen. 

Het is een sector waar regelmatig vernieuwingen en trends te zien zijn. 


Wie weet waar deze afkorting voor staat? 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
horecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Horeca
Bij de horeca horen alle bedrijven die zich bezighouden met het verkopen van eten, drinken en overnachtingen. 

Het is een sector waar regelmatig vernieuwingen en trends te zien zijn. 


Wie weet waar deze afkorting voor staat? 

Slide 1 - Diapositive


Wat betekent het woord 'etiquette'?
A
plaksticker
B
regels over wat beleefd is en wat niet
C
naam van de radioshow

Slide 2 - Quiz

Wat is uit onderzoek de grootste tafel ergernis?
A
Slurpen, smakken of boeren
B
Gebruik smartphone
C
Met volle mond praten
D
Met open mond kauwen

Slide 3 - Quiz

Geef een voorbeeld(-en)
van goede tafelmanieren?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Tafel dekken 
Waar leg je wat neer, en waarom....? 

Slide 8 - Diapositive


Vorken leg je ..... van het bord
A
Rechts
B
Links
C
Boven
D
Onder

Slide 9 - Quiz


Waar moet de dessertlepel liggen?
A
Boven aan het bord
B
Links van het bord
C
Rechts van het bord
D
Onderaan het bord

Slide 10 - Quiz


Messen leg je ....... van het bord
A
Rechts
B
Links

Slide 11 - Quiz


Waar leg je een servet?
A
Links naast het bestek
B
Rechts naast het bestek
C
Op het bord
D
Boven het bord

Slide 12 - Quiz

Glazen zet je boven ....
A
De vork
B
Het mes

Slide 13 - Quiz

Waar staat het wijn of waterglas?
A
Linksboven
B
Rechtsonder
C
Rechtsboven
D
Linksonder

Slide 14 - Quiz

Wat ligt hier fout?
A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D

Slide 15 - Quiz

Wat ligt hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Mes en vork

Slide 16 - Quiz

Wat ligt hier fout?
A
Mes, vork en soeplepel
B
Soepkom
C
Alles staat goed
D
Al het bestek ligt fout

Slide 17 - Quiz

Wat ligt hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Alles ligt goed

Slide 18 - Quiz

Ork ork ork, soep eet je met een
A
Vork
B
Lepel
C
Mes
D
Soepkop

Slide 19 - Quiz

Menu 1
Leg het  bestek op de juiste plaats 
voor dit menu: 
• Voorgerecht: tomatensoep
• Hoofdgerecht: aardappels – groente – vlees
• Nagerecht: vla met slagroom



Slide 20 - Diapositive

Menu 2
Leg het bestek op de juiste plaats 
voor dit menu: 
Voorgerecht: carpaccio
Voorgerecht: groentesoep 
Hoofdgerecht: zalm - frites - salade 
Nagerecht: wafel met ijs en warme kersen 



Slide 21 - Diapositive

Menu 3
Leg het  bestek op de juiste plaats 
voor dit menu: 
Voorgerecht: salade krokante kip
Hoofdgerecht: Nasi met saté en kroepoek 
Nagerecht: dame blanche (ijs met chocolade saus)



Slide 22 - Diapositive

Menu 4
Leg het uitgeknipte bestek op de juiste plaats 
voor dit menu: 
Voorgerecht: Italiaanse groente soep
Hoofdgerecht: Pizza Margherita  
Nagerecht: Tiramisu 



Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

  • Zelf oefenen met servetten vouwen
  • Bekijk het filmpje en doe het na.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo