werkwoordtijden herhalen

werkwoordtijden
herkennen en vertalen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

werkwoordtijden
herkennen en vertalen

Slide 1 - Diapositive

In welke groepen kunnen de werkwoorden worden ingedeeld?

Slide 2 - Carte mentale

Hoe kun je in het woordenboek zien tot welke groep een werkwoord behoort?

Slide 3 - Question ouverte

http://www.latijnnederlands.nl/
let op 1e sg. én inf. erachter

Slide 4 - Diapositive

welke tijden zijn er in het Latijn?

Slide 5 - Carte mentale

Welke tijden zijn de onvoltooide tijden?

Slide 6 - Question ouverte

Welke tijden zijn de voltooide tijden?

Slide 7 - Question ouverte

en wat zijn de kenletters van het futurum van de a- en e- stammen?
A
a
B
e
C
bo/bi/bu
D
ba

Slide 8 - Quiz

Eerst de onvoltooide tijden:
Wat zijn de kenletters van de indicativus imperfectum?
A
(e)ba
B
bo
C
era
D
eri

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de kenletters van het futurum van de i- en mk-stammen?
A
a
B
e
C
a / e
D
bi

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

vertaal nu de volgende onvoltooide tijden:

a. voco
b. vocas
c. vocabat
d. vocabunt




e. dico
f. dicis
g. dicabat
h. dicas

Slide 12 - Diapositive

Alle voltooide tijden actief worden gemaakt van de perfectumstam. Hoe kun je die herkennen?

Slide 13 - Carte mentale

Achter de perfectumstam komen de uitgangen van het perfectum actief. Wat zijn die uitgangen?

Slide 14 - Question ouverte

Achter de perfectumstam komen de kenletters van de andere voltooide tijden. Wat zijn de kenletters van het plusquamperfectum?
A
ero
B
eri
C
era
D
eru

Slide 15 - Quiz

En ten slotte: wat zijn de kenletters van het futurum exactum? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
eru
B
ero
C
bo
D
eri

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Laatste setje vragen: we hebben nog de vorming van het passivum tegoed. Wat zijn de uitgangen van het praesens passief?

Slide 19 - Question ouverte

en wat is dan dus de vorming van de imperfectum passief?
A
vocabor
B
vocabar
C
vocar
D
vocor

Slide 20 - Quiz

en welke vormen zijn allemaal futurum passief ?
A
vocabaris
B
vocabitur
C
vocemur
D
vocabuntur

Slide 21 - Quiz

voltooide tijden passief
Die worden gevormd zoals je ze in het Nederlands ook vormt:
  • perfectum :ik ben + voltooid deelwoord (bijv. 'ik ben geroepen')
  • plusquamperfectum: ik was + voltooid deelwoord (ik was geroepen)
  • futurum exactum : ik zal zijn + voltooid deelwoord  (ik zal geroepen zijn)

Slide 22 - Diapositive

Hoe heet het voltooid deelwoord in het Latijn?
A
ppp
B
ppa
C
gerundivum
D
gerundium

Slide 23 - Quiz

Het ppp komt voor in de volgende vormen
- regelmatig: door achter de stam tus/sus te zetten (voca-tus = geroepen)

- onregelmatig: leren... (erectus = opgericht (ppp van erigere)

Slide 24 - Diapositive

vertaal nu de volgende passieve vormen:

1. vocabuntur
2. putari
3. ponemini
4 timemini



5. vocatae sunt
6. positum erat
7. timeta eris
8. dictum est

Slide 25 - Diapositive

Nu alles door elkaar, wat vormen uit Seneca's Phaedra:

1. tulit (r.164)
2. compesce (165)
3. precor (165)

4. commisit (167)
5. expelle (169)
6. metue (170)

Slide 26 - Diapositive


Slide 27 - Question ouverte