If this, then that: Oefenen met de First Conditional

If this, then that: Oefenen met de First Conditional

Doel van de les

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de first conditional toepassen.

Leg het doel van de les uit aan de leerlingen.

Wat weet je al over conditionals?

Wat zijn conditionals?

Conditionals zijn zinnen waarin een oorzaak en gevolg worden beschreven. De first conditional beschrijft een mogelijke uitkomst in de toekomst wanneer een bepaalde voorwaarde wordt vervuld.

Geef een korte uitleg over conditionals en leg specifiek de first conditional uit.

Structuur van de first conditional

If + voorwaarde (present simple), then + gevolg (will + werkwoord).

Schrijf de structuur van de first conditional op het bord en laat de leerlingen deze opschrijven in hun notities.

Voorbeelden van de first conditional

If it rains, I will stay home. If I have time, I will go for a walk.

Geef voorbeelden van de first conditional en vraag de leerlingen om deze voorbeelden in hun eigen woorden te herhalen.

Oefening 1

Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If I study hard,

Laat de leerlingen zelf een gevolg bedenken voor de gegeven voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.

Oefening 2

Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If it snows tomorrow,

Laat de leerlingen zelf een gevolg bedenken voor de gegeven voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.

Oefening 3

Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If I win the lottery,

Laat de leerlingen zelf een gevolg bedenken voor de gegeven voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.

Oefening 4

Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If I (play) football tomorrow,

Laat de leerlingen de juiste vorm van het werkwoord invullen in de voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.

Oefening 5

Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If it (not/rain) tomorrow,

Laat de leerlingen de juiste vorm van het werkwoord invullen in de voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.

Oefening 6

Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If I (not/have) any plans this weekend,

Laat de leerlingen de juiste vorm van het werkwoord invullen in de voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.

Samenvatting

De first conditional beschrijft een mogelijke uitkomst in de toekomst wanneer een bepaalde voorwaarde wordt vervuld. Bij sommige werkwoorden wordt de present simple in de voorwaarde vervangen door de present continuous.

Vat de les samen en geef de leerlingen de kans om nog vragen te stellen.

First conditional:
If I ... (have) enough money, I ... (buy) new shoes.

1. have - will buy
2. will have - buy
3. have - buy
4. will have - will have

First conditional:
I ... (stay) home, if it ... (rain).

1. stay - will rain
2. stay - rains
3. will stay - rains
4. will stay - rain

First conditional:
If she .......(not listen), I ............(call) the security

1. don't listen/will call
2. didn't listen/ will call
3. doesn't listen/will call
4. doesn't listen/ won't call

Ik kan een first conditional maken en weet wanneer ik hem moet gebruiken.

010

First conditional:
If she .......(not listen), I ............(call) the security

1. don't listen/will call
2. didn't listen/ will call
3. doesn't listen/will call
4. doesn't listen/ won't call

first conditional:
If you ___ (to prepare) properly, you ___ (to pass) the test.

1. had prepared - pass
2. prepare - will pass
3. will prepare - passed

FIRST CONDITIONAL: Complete the sentence.

I hate getting wet! If it rains, I ... outside.

1. will go
2. won't go
3. going
4. goes

First conditional:
If I ... (have) enough money, I ... (buy) new shoes.

1. have - will buy
2. will have - buy
3. have - buy
4. will have - will have

First conditional:
If we ..... (eat) all this cake, we ..... (feel) sick.

1. Eat / 'll feel
2. Eaten / 'll feel
3. Eat / will feel
4. Eaten / will feel