T3nsk2 H3
1 / 43
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Emulsie
Oplossing
Suspensie
Slide 3 - Question de remorquage
OPLOSSING
EMULSIE
SUSPENSIE
Helder, vaste stof in vloeistof
Troebel, vaste stof in vloeistof
Troebel, vloeistof in vloeistof
Slide 4 - Question de remorquage
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Som van de Dag:
Een glas halvolle melk bevat 246 mg calcium. Een glas heeft een volume van 200 mL. Bereken de concentratie calcium in melk in g/L. (Alleen een getal invoeren, 1 cijfer achter de komma)
Een glas halvolle melk bevat 246 mg calcium. Een glas heeft een volume van 200 mL. Bereken de concentratie calcium in melk in g/L. (Alleen een getal invoeren, 1 cijfer achter de komma)
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Som van de Dag:
In een pot pindakaas van 190 g zit 110 g vet. Bereken het massa% vet in de pindakaas. Geef alleen het getal en rond af op hele cijfers.
In een pot pindakaas van 190 g zit 110 g vet. Bereken het massa% vet in de pindakaas. Geef alleen het getal en rond af op hele cijfers.
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Som van de Dag:
Het is glad buiten en Han wil strooizout maken. Daarvoor neemt hij 2 kg zand en voegt daar 250 g keukenzout aan toe. Na het mengen strooit hij dit buiten op zijn stoep. Bereken het massa% keukenzout in het mengsel. Geef allen een getal als antwoord en rond af op hele cijfers.
Het is glad buiten en Han wil strooizout maken. Daarvoor neemt hij 2 kg zand en voegt daar 250 g keukenzout aan toe. Na het mengen strooit hij dit buiten op zijn stoep. Bereken het massa% keukenzout in het mengsel. Geef allen een getal als antwoord en rond af op hele cijfers.
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Som van de Dag:
Een blikje Radler bevat 2,5 volume% alcohol. In een blikje zit 330 mL. Bereken hoeveel mL alcohol er in het blikje zit. Geef je antwoord zonder eenheid en met 1 cijfer achter de komma.
Een blikje Radler bevat 2,5 volume% alcohol. In een blikje zit 330 mL. Bereken hoeveel mL alcohol er in het blikje zit. Geef je antwoord zonder eenheid en met 1 cijfer achter de komma.
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Som van de Dag:
In mineraalwater zit natrium. Een bepaald merk bevat 0,009 massa% natrium. 1L mineraalwater heeft een massa van 1 kg. Bereken hoeveel mg natrium er in 1L mineraalwater zit. Geef je antwoord zonder eenheid en in een geheel getal.
In mineraalwater zit natrium. Een bepaald merk bevat 0,009 massa% natrium. 1L mineraalwater heeft een massa van 1 kg. Bereken hoeveel mg natrium er in 1L mineraalwater zit. Geef je antwoord zonder eenheid en in een geheel getal.
Slide 36 - Question ouverte
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Som van de Dag:
In 1 L mineraalwater zit 90 mg natrium. Het voedingscentrum adviseert niet meer dan 6 g zout per dag te gebruiken. Dat komt overeen met 2,4 g natrium. Hoeveel L mineraalwater moet je drinken om 2,4 g natrium binnen te krijgen. Geef je antwoord zonder eenheid en in een geheel getal.
In 1 L mineraalwater zit 90 mg natrium. Het voedingscentrum adviseert niet meer dan 6 g zout per dag te gebruiken. Dat komt overeen met 2,4 g natrium. Hoeveel L mineraalwater moet je drinken om 2,4 g natrium binnen te krijgen. Geef je antwoord zonder eenheid en in een geheel getal.
