H1.2 Scheidslijnen in Europa

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1.2 Scheidslijnen in Europa

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kan het proces van diffusie in Europa beschrijven aan de hand van geopolitiek en culturele verscheidenheid 
  • Je kan het regionalisme in Europa verklaren; het demografisch transitiemodel gebruiken om bevolkingsontwikkelingen in Europa te beschrijven en verklaren.
  • Je kan aan de hand van leeftijds- diagrammen conclusies trekken over ontwikkelingen van de bevolkingssamenstelling.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eurazië

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Europa a.d.h.v. geopolitieke grenzen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Europa a.d.h.v. een geologische classificatie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bosporus (Istanbul - Turkije)

Belangrijke natuurlijke grens tussen Azië en Europa

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verspreiding van cultuur: Culturele diffusie
Culturele diffusie: Verspreiden van cultuur


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee manieren hoe cultuurelementen zich kunnen verspreiden (diffusie).

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Diffusie door:
  • kolonialisme
  • internationale migratie
  • moderne communicatie
  • internationale handel
  • toerisme

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zijn de barrières voor culturele diffusie veranderd?

Slide 12 - Question ouverte

Paragraaf 4: Barrières voor culturele diffusie
Vroeger: veroveringen en handelscontacten
Nu: veel vaker en sneller (denk terug aan
globalisering & via het internet)

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is hier sprake van diffusie?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit hoe een hogere mate van alfabetisme kan bijdragen aan culturele diffusie

Slide 15 - Question ouverte

Als er meer mensen kunnen lezen / schrijven, dan kunnen ze ook meer informatie krijgen over andere culturen (en dat ook weer verspreiden)
Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat migratie van India naar Groot-Brittannië kan leiden tot culturele diffusie.

Slide 16 - Question ouverte

Welke cultuurkenmerken worden makkelijk verspreid en/of overgenomen: materiële of immateriële cultuurkenmerken?
MacDonalds is een voorbeeld is van diffusie
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geopolitiek
Grootmachten proberen met een combinatie van economische en militaire macht hun invloed in bepaalde regio's te vergroten. 

Ook demografische, historische, politieke en culturele aspecten spelen een rol.

Slide 18 - Diapositive

Voorbeeld:
Rusland met de Krim
Of VS die Groenland willen kopen
China die investeert in andere delen wereld
Geopolitiek 

"het streven om politieke doelen te bereiken op basis van geografisch gefundeerde argumenten". 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord hoort niet bij separatisme?
A
Onafhankelijk
B
Eigen cultuur
C
Russificatie
D
Verbondenheid

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Staatkundige verbrokkeling
Seperatisme en regionalisme
  • De meeste landen bestaan uit groepen minderheden
  • Als deze minderheden meer zeggenschap willen over hun gebied, noem je dat regionalisme. Soms gaat dat met geweld, meestal niet.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Separatisme

Sterke regionale identiteit kan leiden tot separatisme
    - bevolkingsgroep wil een eigen staat stichten


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Sterke regionale identiteit kan leiden tot separatisme
  • Bevolkingsgroep wil een eigen
    staat stichten

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit achter het opkomend regionalisme in Catalonië?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Seperatisme en regionalisme
  • Toen de Catalanen onafhankelijk wilde worden, zei de EU meteen dat Catalonie geen lid mocht worden van de EU. Waarom zit de EU niet te wachten op seperatisme?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economische blokvorming binnen Europa

Slide 26 - Diapositive


Blokvorming in Europa (1945-1955)

Oude tegenstellingen

De Koude oorlog begon na de Tweede wereldoorlog, maar de tegenstelling tussen de VS en de SU was ouder. Dit ontstond in 1917 toen de VS mee ging doen aan de Eerste Wereldoorlog en in Rusland de communistische partij aan de macht kwam.

President Wilson zijn doel was in WOI om de wereld veilig te maken voor de democratie. Maar door de Russische revolutie ontstond er een nieuwe vijand voor de democratie:

Het communisme:

Verbood alle andere partijen
Streven naar een klassenloze maatschappij zonder kapitalisme
Ze namen de adel en rijke burgers hun bezittingen af
Lenin riep de arbeiders en soldaten in alle landen op om in opstand te komen, hij streefde naar een wereldrevolutie.

Gevolg: er braken opstanden uit > Spartakus opstand in Duitsland, maar nergens veroverde de communisten de macht. In Rusland zelf kwam er een burgeroorlog, waarbij het Rode Leger vocht tegen verschillende anticommunistische legers. Deze ‘witten’ kregen onder meer steun van de VS.

Stalin

De SU bleef de enige communistische staat. Stalin (opvolger Lenin) geloofde nog wel in communistische wereldheerschappij, maar wilde eerst SU sterker maken.

Om de klassenloze maatschappij te voltooien:

Nam hij de boeren met grof geweld hun grond af
Boeren moesten zich aansluiten bij collectieve boerderijen of dwangarbeid verrichten in de industrie of mijnbouw
SU werd een communistische dictatuur, alle macht was in handen van de communisten:

Economie werd volledig door de staat gecontroleerd
Vrijheid van meningsuiting was er niet
Radio, film en kranten moesten propaganda maken voor het communisme en Stalin verheerlijken
Mensen werden bang gemaakt en liepen voortdurend gevaar om te worden opgepakt en naar een strafkamp te worden gestuurd
Dit systeem stond lijnrecht tegenover de democratie, kapitalisme en individuele vrijheid. In 1918 probeerde Amerika in te grijpen, maar dit mislukte en sindsdien bemoeien de westerse landen zich niet meer met de SU. Duitsland en SU sloten een geheim verdrag dat ze Polen zouden aanvallen maar elkaar met rust lieten.

Potsdam

In WOII bleven SU en VS neutraal. Beiden gingen pas meevechten toen de SU door DU werd aangevallen en de VS door Japan. Roosevelt wilde de samenwerking na de oorlog doorzetten en haalde Stalin over om mee te werken aan een nieuwe wereldorganisatie de Verenigde Naties (VN).

Ook spraken Roosevelt (VS), Stalin (SU) en Churchill (EN) af dat Europa na de oorlog verdeeld zou woerden in invloedssferen. Alle gebieden waar het Rode Leger de Duitsers had verjaard, zouden tot de invloedssfeer van de SU behoren.

Toen Roosevelt overleed in april 1945 liepen de spanningen snel op. Truman (opvolger Roosevelt) vertrouwde Stalin niet want hij dacht dat Stalin het communisme door heel EU wilde verspreiden. Stalin dacht op zijn beurt dat Truman een einde wilde maken aan het communisme.

Juni 1945: Truman, Stalin en Churchill naar Potsdam > afspraken maken over een vredesregeling met DU en over machtsverhoudingen in EU

Gevolg: wantrouwen werd tijdens de conferentie van Potsdam nog groter > door de atoombom. Tijdens de oorlog had VS in geheim aan super wapen gewerkt en lieten tijdens de conferentie de eerste atoombom ontploffen in een woestijn in New Mexico.

Trumandoctrine

Door wantrouwen kregen VS en SU meer behoefte om in EU de gebieden te controleren. Vanaf 1945 vergrootten ze hun greep op hun invloedssferen, waardoor het wederzijdse vijandbeeld werd versterkt:

Gevolg: Stalin bracht in buurlanden Polen, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Roemenië en Bulgarije communisten aan de macht.

In maart 1947 zei Truman dat de strijd in Griekenland onderdeel was van een wereldwijde strijd tussen vrijheid en onderdrukking. De VS moest volgens hem ‘vrije volken’ helpen tegen de communistische dreiging. Deze Truman doctrine leidde tot de containmentpolitiek om het communisme overal in te dammen.

Marshallhulp: in 1947 was er nog steeds geen verbetering zichtbaar in Europa na de oorlog. Door de armoede voelde de Europeanen zich aangetrokken door het communisme. De VS beschouwde dit als een groot gevaar. In juni 1947 presenteerde de Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken daarom het Marshallplan: de VS boden de Europese landen enorme hoeveelheden geld en goederen aan. Daarvoor moesten ze met elkaar samenwerken en Amerikaans toezicht accepteren.

Gevolg: lange welvaartsgroei, maar Marshallhulp versterkte blokvorming

Ideologische blokvorming

EU raakt verdeeld in twee ideologische machtsblokken:

Oostblok > onder leiding van de Sovjet Unie
Westen > onder leiding van de VS
Berlijn werd apart verdeeld. 1948 probeerde Stalin heel Berlijn in handen te krijgen door de toegangswegen tot West-Berlijn af te sluiten. Amerika ging daarentegen West-Berlijn met vliegtuigen voorzien van voedsel en brandstof. Deze luchtbrug werd een groot succes.

In mei 1949 hief Stalin blokkade van Berlijn op. Twee weken later werd in West-Duitsland een democratische staat gevormd: de Bondsrepubliek Duitsland (BRD). In Oost-Duitsland werd een communistische staat gevormd: de Duitse Democratische Republiek (DDR). Met de West-Europese landen sloten de VS in 1949 een militair bondgenootschap: de NAVO.

1949: Sovjets testen met succes een eigen atoombom. Voor Amerikanen was het een schok dat Rusland in het bezit was van een atoombom dankzij deze super wapens konden ze West-Europa met weinig manschappen verdedigen tegen het Rode Leger. Voortaan kon dat niet meer.

Gevolg: het ontstaan van een wapenwedloop, waarbij de Amerikanen en Sovjets grote hoeveelheden steeds zwaardere kernwapens en andere wapens kregen.

 

De redevoering van McCarthy: 9 februari 1950 hield McCarthy een toespraak. Tijdens zijn toespraak toonde hij op papier waar volgens hem de namen stonden van tientallen communisten die op het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken werkten. Deze communistische infiltranten hadden volgens hem grote invloed. Ze waren er de oorzaak van dat de VS te slap waren tegen het communisme. > McCarthy kreeg veel aanhang, omdat veel mensen bang waren voor het communisme (red scare)

Tijdlijn:

1945: Roosevelt overlijdt, spanningen lopen op
Juni 1945: Truman, Stalin, Churchill > conferentie van Potsdam
6 Augustus 1945: bom op Hiroshima
15 Augustus 1945: na tweede bom op Nagasaki geeft Japan zich over
Maart 1947: Truman doctrine > leidt tot containmentpolitiek
1947: Marshallhulp > Marshallplan (EU landen enorme hoeveelheden geld en goederen)
1948: Berlijn apart verdeeld, Stalin sluit toegangswegen naar Berlijn af
1949: Stalin hief blokkade op > ontstaan BRD en DDR
1949: VS sloot militair bondgenootschap: NAVO
1949: Sovjets testen met succes eigen atoombom
Februari 1950: McCarthy houdt toespraak

Confrontatie en co-existentie (1955-1963)

NAVO en Warschaupact

1949: NAVO werd opgericht, maar Duitsland mocht geen lid worden. Vier jaar na WOII konden FA en andere landen een Duitse herbewapening nog niet accepteren.

1955: Duitsland sloot zich wel aan bij de NAVO en vormde een nieuw Duits leger.

Gevolg: Sovjet-Unie richt Warschaupact op waar de DDR direct lid van werd

Duidelijker dan ooit was Europa in twee blokken verdeeld. Er waren in Europa geen gebieden meer waar de grootmachten met elkaar om invloed streden. De Oost-Westverhouding leek stabiel.

Stalin ontmaskerd

1953: na de dood van Stalin kwam in de SU een eind aan de ergste onderdrukking. De SU bleef wel een totalitaire dictatuur: de communisten hielden alle macht, staat bleef economie volledig controleren en media bleven een propagandamiddel. Maar voor het individu kwam er iets meer vrijheid.

Gevolg: miljoenen mensen kwamen vrij uit strafkampen en willekeurige arrestaties waren voorbij.

De nieuwe leider Chroesjtsjov rekende met Stalin af in een toespraak. Hij beschreef hem als een misdadige Tiran.

De Hongaarse Opstand

23 oktober 1956: in Budapest demonstreren studenten voor vrijheid en democratie en trokken een standbeeld van Stalin omver. In de dagen daarna gingen in het hele land studenten en arbeiders de straat op.

Gevolg: communistische leider Nagy beloofde dat hij een eind zou maken aan het machtsmonopolie van de communistische partij. Er zou een democratie komen met meer partijen. Hij beloofde het vertrek van de Sovjettroepen en hij zei dat Hongarije uit het Warschaupact stapte.

Chroesjtsjov accepteert dit niet.

Gevolg: 4 november 1956: Het Rode Leger valt Budapest binnen met Sovjettanks. Nagy had het volk opgeroepen tot verzet, maar de opstandelingen hadden geen schijn van kans. Nagy en honderden anderen werden geëxecuteerd en tienduizenden anderen werden voor hun steun aan de opstand naar de gevangenissen en werkkampen gestuurd.

De bestorming van Felix Meritis: op 4 november 1956 leefde Nederland mee met de gebeurtenissen in Hongarije. Tientallen studenten verzamelden zich voor het Felix Meritis (hoofdkwartier communistische partij CPN). De massa op straat groeide uit tot duizenden. Uiteindelijk rukte de massa stenen uit de straat en bekogelde het partijgebouw.

Vreedzame co-existentie

De Hongaarse opstandelingen hadden gehoopt op westerse hulp, omdat VS steeds verzet in Oost-Europa hadden aangemoedigd. De opstandelingen konden niet weten dat de Amerikaanse regering besloten had dat er geen militaire interventie zou komen voor de bevrijding van Oost-Europa. Het risico op een WOIII was veel te groot.

Gevolg: Sovjet-Unie kon in haar eigen invloedssfeer doen wat hij wilde.

SU wilde vrede bewaren. Stalin had de oorlog met kapitalistische landen onvermijdelijk genoemd, maar Chroesjtsjov wilde ‘vreedzame co-existentie’. Door kernwapens betekende oorlog volgens hem zelfvernietiging. Communisme en kapitalisme zouden nog lang naast elkaar moeten bestaan.

De Berlijnse muur

1961: er breekt opnieuw een nieuwe crisis uit in Berlijn. Berlijn was nog het enige gat in het IJzeren gordijn. Je kon er gemakkelijk de grens passeren. Maar via Berlijn vluchten ook veel mensen uit het Oosten naar het Westen via de westerse corridors (een paar auto- en spoorwegen). Rond 1960 werd de uittocht zo massaal dat het een bedreiging werd voor het voortbestaan van de DDR.

Chroesjtsjov begon de Amerikanen duidelijk te maken dat het niet zo door kon gaan. In juni 1961 zei hij tegen de nieuwe Amerikaanse president Kennedy dat de westerse groepen voor het eind van het jaar Berlijn moesten verlaten. Kennedy gaf niet toe en keek of hij West-Berlijn kon verdedigen met kernwapens, maar dit bleek niet nodig te zijn:

Gevolg: 13 augustus 1961 begon de DDR de grens met West-Berlijn hermetisch af te sluiten. Eerst met een prikkeldraad daarna met een muur die werd versterkt met zoeklichten, wachtposten, strook des doods met mijnenvelden en schietinstallaties.

DDR bereikte haar doel. De uittocht werd van het ene op het andere moment gestopt, waarmee het voortbestaan van de communistische staat verzekerd was.

De toespraak van Kennedy in Berlijn: Kennedy deed niks tegen de Berlijnse muur en dit leidde tot teleurstelling in West-Berlijn. Veel West Duitsers dachten dat Amerika hen in de steek zou laten en niets zouden doen aan de communisten. In juni 1963 reisde Kennedy af naar West-Berlijn. Kennedy erkende dat vrijheid niet makkelijk is en democratie niet perfect, maar we hoeven geen muur om te werpen om onze mensen binnen te houden. Hij eindigde met zeggen dat alle vrije mensen, waar ze ook wonen, burgers van Berlijn zijn. Zijn rede maakte grote indruk en bezorgde hem in Duitsland een enorme populariteit als vriend en beschermer.

De Cubacrisis

De Tweede Berlijncrisis: 1595 hadden rebellen op Cuba de pro-Amerikaanse regering verjaagd. Hun leider Fidel Castro vestigde een communistische eenpartijstaat, de 1e in het Amerikaanse werelddeel. Amerikanen vonden een communistische staat zo dicht bij onaanvaardbaar

Gevolg: in 1961 liet Kennedy een invasie uitvoeren door anticommunistische Cubanen. De invasie mislukt, maar Chroesjtsjov trok de conclusie dat de VS niet zou rusten voor dat Castro dood was, dus besloot hij Castro te beschermen met kernwapens.

Chroesjtsjov wilde atoombommen op Cuba plaatsen om tegenwicht te bieden tegen de Amerikaanse atoomraketten die in de buurt van de Sovjet-Unie stonden opgesteld.

In oktober 1962 ontdekten de Amerikanen op Cuba lanceerinstallaties voor atoomraketten. Kennedy eiste op tv dat Chroesjtsjov ze weghaalde. Chroesjtsjov antwoordde dat hij zich er niks van aantrok als Kennedy de schepen met kernraketten tegen zou houden en dit ook daadwerkelijk deden. Chroesjtsjov schreef Kennedy dat hij de raketten van Cuba zou weghalen als Kennedy Castro met rust liet en de Amerikaanse raketten uit Rusland weghaalde. Kennedy beloofde het eerste maar het tweede niet.

Tijdlijn:

1949: oprichting NAVO
1955: DU bij NAVO > nieuw Duits leger
1953: na dood Stalin in SU eind aan ergste onderdrukking
Oktober 1956: Hongaarse Opstand
4 November 1956: Rode Leger valt Budapest binnen
4 november 1956: de bestorming van Felix Meritis
1961: nieuwe crisis Berlijn > was nog het enige gat in het ijzeren gordijn
Augustus 1961: begin bouw Berlijnse Muur
1961: Kennedy liet invasie uitvoeren door anticommunistische Cubanen
Oktober 1962: Amerikanen ontdekten op Cuba lanceerinstallaties voor atoomraketten
Juni 1963: toespraak Kennedy in West-Berlijn

Ontspanning (1963 – 1991)

Wapenbeperking

Na Cubacrisis > relatie VS en SU beter. Ze begrepen dat de Koude Oorlog dreigde uit te lopen op een onbeheersbaar nucleair conflict en dat ze moesten samenwerken om dat te voorkomen. Daarom begon er nu een periode van ontspanning (detente).

Een van de oorzaken waardoor de Cubacrisis bijna uit de hand liep, was omdat Kennedy en Chroesjtsjov niet met elkaar hadden gesproken. Er moest dus betere communicatie nodig.

De detente leidde ook tot onderhandelingen over de atoomwapens. De grootmachten bleven kernbewapening nodig vinden om de ander af te schrikken, maar ze wilde wel afspraken maken over wapenbeperking > zou kosten beperken en onderlinge vertrouwen zou toenemen wat kans op onbeheersbare confrontatie verminderde.

Salt I: de officiële naam voor de verdragen die voortkwamen uit Strategic Arms Limitation Talks in 1972 tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten met als doel het aantal strategische wapens de kracht van het nucleaire arsenaal van beide supermachten niet verder te laten groeien.

 

De Breznjevdoctrine

Voor de Sovjet-Unie maakte de detente het gemakkelijker om de greep op Oost-Europa te houden. Breznjev (opvolger van afgezette Chroesjtsjov) zei in 1968 dat de SU militair zou ingrijpen in landen die dreigden af te glijden naar het kapitalisme. Een paar dagen later werd deze Breznjevdoctrine gebruikt voor een inval in Tsjecho-Slowakije, waar de communistische partij volgens hem te veel vrijheid toestond.

De Praagse Lente: januari 1968 kwam in Tsjecho-Slowakije een nieuwe generatie communisten aan de macht onder leiding van Alexander Dubcek. Ze presenteerde een plan voor een ‘Democratisch Communisme’, met vrijheid van meningsuiting en vrije verkiezingen. Ze waren onderdrukking zat en geloofde dat nu een ‘socialisme met een menselijk gezicht’ zou ontstaan. Dubcek voerde de plannen sneller in dan verwacht > in juni 1968 censuur volledig afgeschaft.

Een nieuwe wapenwedloop

Na 1975 spanning in de Koude Oorlog weer toe > kernwapenwedloop werd weer hervat.

SU plaatste middellange afstandsrakketten, waarmee niet de VS maar wel heel EU getroffen kon worden. De NAVO besloot honderden Amerikaanse middellange afstandsraketten in West-Europa te plaatsen.

Gevolg: angst onder de bevolking dat EU toneel zou worden van nucleair slagveld.

De angst in EU werd extra gevoegd door de Amerikaanse president Reagan. Hij sprak veel vijandiger over de SU dan lang gebruikelijk was geweest. Ook lanceerde Reagan onder de naam Strategisch Defensie Initiatief SDI een plan voor een ruimteschild, met raketten die kernraketten uit de lucht konden schieten.

De demonstratie tegen kernwapens in Amsterdam: 21 november 1981 was er een demonstratie in Amsterdam. Dit kwam door de afkeer van de nieuwe kernwapens en dit leidde weer tot massale demonstraties. Op de demonstratie kwamen ook veel anderen af. De zorg over de kernbewapening werd breed gedeeld. Hun massaliteit gaf de demonstranten een gevoel van macht, maar ze kregen van de regering niet hun zin.

Gorbatsjov

SDI project leidde tot ongerustheid bij Sovjetleiders. De SU zou deze nieuwe stap in de wapenwedloop niet aan kunnen. Economisch raakte het Oostblok verder achterop. Gorbatsjov besefte dat de SU zich de bouw van een peperduur ruimteschild niet kon veroorloven en wilde de kosten van de bewapening verminderen. G was bereid om met Reagan te praten over ontwapening

Gevolg: 1987 verdrag werd gesloten waarin de leiders afspraken de kernraketten voor middellange afstand te vernietigen.

Gorbatsjov dacht dat het communisme alleen kon overleven als er belangrijke hervormingen werden doorgevoerd. Hij vatte dat samen met twee begrippen

Glasnost: openheid > over alles moest vrij worden kunnen gesproken
Perestrojka: verbouwing > de economie moest anders georganiseerd worden
Gorbatsjov versnelde echter de ondergang van het communisme. Economie ging achteruit, armoede nam toe en critici van het communisme kregen steeds meer ruimte.

Het einde van het Oostblok

1988: Gorbatsjov liet Breznjevdoctrine los. Volkeren mochten vanaf nu hun eigen keuzes maken.

Gevolg: 1989 het communisme ging in het ene na het andere Oost-Europese land ten onder.

Polen: de communistische partij stemde onder grote druk van de bevolking in met vrije verkiezingen. Bekend was dat het communisme in Polen ontzettend gehaat werd, maar voor de communisten was de uitslag toch een schok > ze hadden 1 van de 100 zetels.

Hongarije: hief de partij het communisme zelf op. Als onderdeel van de nieuwe vrijheid liet de regering het onder stroom staande hek langs de grens met Oostenrijk kapot knippen

Gevolg: Oost-Duitsers gingen massaal naar Hongarije op vakantie om vanuit daar naar het westen te gaan.

De DDR wilde de uittocht stoppen, maar de bevolking reageerde steeds met massalere demonstraties voor reisvrijheid en andere hervormingen.

Gevolg: 9 november 1989 > een hoge functionaris zei aan het begin van de avond op tv dat iedereen de grens met West-Duitsland mocht oversteken.

Mensen gingen massaal naar de Berlijnse Muur. De grensposten gingen open en de Duitsers uit Oost en West begonnen direct met het slopen van de muur.

Gorbatsjov stemde hierna in met opheffing DDR en toetreding van Oost-Duitsland tot de Bondsrepubliek. Gorbatsjov raakte uiteindelijk zijn greep op de gebeurtenissen kwijt. Macht van Rusland kwam in handen van rivaal Boris Jeltsin. Hij zet Gorbatsjov af en hief in 1991 de Sovjet Unie af en verbood de communistische partij.

Gorbatsjov stemde hierna in met opheffing DDR en toetreding van Oost-Duitsland tot de Bondsrepubliek. Gorbatsjov raakte uiteindelijk zijn greep op de gebeurtenissen kwijt. Macht van Rusland kwam in handen van rivaal Boris Jeltsin. Hij zet Gorbatsjov af en hief in 1991 de Sovjet Unie af en verbood de communistische partij.

Europese samenwerking

Einde van Koude oorlog leidde tot nieuwe kansen voor Europese samenwerking. FA en andere Europese landen waren niet blij met hereniging Duitsland > vrees voor een groot en sterk Duitsland die Europa opnieuw wilde overheersen. Om angst weg te laten nemen werd er besloten nauwer samen te werken zodat DU sterker aan Europa gebonden zou zijn.

Dit leidde tot Verdrag van Maastricht: de Europese Unie werd opgericht en er werden afspraken vastgelegd over de invoering van een Europese munt en samenwerking op veel andere gebieden.

Tijdlijn:

1972: Salt I
1968: Breznjevdoctrine
Januari 1968: Praagse Lente
1975: spanningen in Koude Oorlog nemen toe > kernwapenwedloop hervat
November 1981: de demonstratie tegen kernwapens in Amsterdam
1987: verdrag gesloten afspraken kernraketten voor middellange afstand vernietigen
1988: Gorbatsjov liet Breznjevdoctrine los > volkeren mochten eigen keuzes maken
1989: communisme ging in ene naar andere land ten onder
November 1989: hoge functionaris zei dat iedereen de grens naar West-D mocht oversteken
1991: Gorbatsjov afgezet en Jeltsin verbood communistische partij en hier SU op
Geef een politieke reden waarom soevereine landen aan blokvorming doen.

Slide 27 - Question ouverte

Denk aan de koude oorlog
Aan de slag
Maken GLO H1.2 opdr 2 en 3
Lezen over demografisch transitiemodel

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Demografie

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

a
b
c

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

a
b
c

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

a
b
c

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

a
b
c

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

a
b
c

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie het demografisch transitiemodel op de vorige slide voor de bijbehorende fasen a, b, c

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is één oorzaak van de demografische veranderingen in Nederland sinds 1950

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken voor afname vruchtbaarheidscijfer circa 1970 Nederland
Wie waren de Dollemina's?

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingssamenstelling 2060?

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je uiteindelijk op de totale demografische druk wilt komen, dan gebruik je de volgende formule om het totaal uit te rekenen:
Groene druk is het aantal jongeren dat moet worden onderhouden door de werkenden in een populatie. 
Grijze druk is het aantal ouderen dat moet worden onderhouden door de werkenden in een populatie.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions