Tarea 1, lijdend voorwerp (5-10)

¡Bienvenidos a la clase de español!
   ¿Qué día es hoy?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a la clase de español!
   ¿Qué día es hoy?

Slide 1 - Diapositive

¿Qué hacemos hoy?
  • ¿Qué hemos hecho? 


  • ¡A trabajar!


  • Fin de la clase








  • Objetivo 
  • Lo, la, los, las 
  • Quiz 
  • Practicar 
  • Evaluación 

Slide 2 - Diapositive

¿Qué hemos hecho?
timer
25:00

Slide 3 - Diapositive

Objetivos

Slide 4 - Diapositive

Wat is een lijdend voorwerp?
Juan koopt een boek

Rodrigo heeft dit weekend een film gekeken.

Ik heb een heel spannend boek gelezen.

Wie / wat + werkwoorden + onderwerp = lijdend voorwerp
Degene die / datgene dat lijdt onder werking van het werkwoord(en) en het onderwerp.

Slide 5 - Diapositive

De vorm 

Ken je Robert? Ja, ik ken hem.
¿Conoces a Roberto? - Sí, lo conozco
¿Tienes la película? - Sí, la tengo aquí.
Heb je de film? Ja, die heb ik.

Slide 6 - Diapositive

De vorm 

Heb je schoenen nodig? Nee, die heb ik niet nodig.
¿Necesitas zapatos? - No, no los necesito.
¿Llevas botas? - Sí, las llevo.
Draag je laarzen? Ja, die draag ik.

Slide 7 - Diapositive

Plaats in de zin
Het lijdend voorwerp staat vóór de persoonsvorm.
Staat er een heel werkwoord in de zin, dan mag je het lijdend voorwerp erachter plakken. 
¿Conoces a Eva? - Sí, la conozco.
¿Vas a gastar el dinero? - Sí, voy a gastarlo.

Slide 8 - Diapositive

Verwijzen naar een hele zin
Het persoonlijk voornaamwoord “lo” kan ook op een hele zin terugslaan:
¿Hay un banco por aquí? - No lo sé.

Slide 9 - Diapositive

En tot slot...
Soms staan zowel het lijdend voorwerp als het persoonlijk voornaamwoord beiden in de zin:
El libro lo compro en la librería – Het boek dat koop ik in de boekwinkel.
Los tomates los compro en el supermercado – De tomaten die koop ik in de supermarkt.

Slide 10 - Diapositive

Practicar

Slide 11 - Diapositive

* ¿Conoces a Laura?
- Sí, [.....] conozco. ¡Es muy simpática!
A
los
B
las
C
lo
D
la

Slide 12 - Quiz

El periódico [.....] podemos comprar en un quiosco.
A
las
B
la
C
lo
D
los

Slide 13 - Quiz

¿Sabes los resultados del exámen?
¡No! Todavía no [......] tengo.
A
los
B
la
C
lo
D
las

Slide 14 - Quiz

Schrijf de zin opnieuw:
"Ahora hago los deberes"

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf de zin opnieuw: "Alicia compra un vestido verde para su amiga"

Slide 16 - Question ouverte

Practicar

Slide 17 - Diapositive

Wat ik nog moeilijk vind is...
Wat ik vandaag heb geleerd is...
Wat ik al goed kan is...
Wat ik met de lesstof kan doen is...
Mijn leerdoel van deze les was...




Slide 18 - Carte mentale

¿Qué tal la clase?
A
muy bien
B
bien
C
regular
D
mal

Slide 19 - Quiz

Fin de la clase...



* ¿Qué salió bien?


* ¿Qué puede mejorar?


* ¿Próxima clase?
¿Qué? Tarea 2 - el gerundio

¿Preparar? 1.7, 1.8, 1.9, 1.11

Slide 20 - Diapositive