H 3 herhalen lezen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je leerwerkboek/schrift
• etui

Planning

• Herhalen leesstrategieën
• Herhalen tekstsoorten en tekstdoelen 
• Herkennen van teksten

Leesstrategieën

1 Verkennend lezen: een eerste indruk van een tekst krijgen.

2 Nauwkeurig lezen: helemaal lezen, je wilt hem begrijpen.

3 Zoekend lezen: gericht zoeken naar antwoord op een vraag.

4 Studerend lezen: lezen om informatie te onthouden.

5 Kritisch lezen: te ontdekken of je het eens bent met de schrijver; of je het betoog overtuigend vindt.

Tekstdoel en tekstsoort

Tekstdoel: wat wil de schrijver bereiken? Hij/zij wil je ....

informeren                 overtuigen               activeren             amuseren

Tekstsoort

Informatieve tekst herkennen

• schrijver geeft informatie, geen mening
• bron die past bij informatie geven

krant, studieboek, tijdschrift als Quest, kookboek

Betogende teksten herkennen

• schrijver geeft informatie ÉN zijn mening
• schrijver geeft argumenten om je te overtuigen 

opiniepagina van een krant, site met recensies van boeken

Informeren of overtuigen

Bron: https://www.quest.nl/mens/gezondheid/a25572364/drugs-hormonen-pupillen/

Informeren of overtuigen

Bron: https://www.destentor.nl/deventer/

Informeren of overtuigen

Bron: https://www.trouw.nl/opinie/

Informeren of overtuigen

Bron: https://www.hebban.nl/recensie

Werkmoment

• Zoek op internet naar voorbeelden van teksten.
• Benoem samen tekstdoel en tekstsoort.
• Kun je de functies van inleiding en slot herkennen? (p. 104)
• Kun je signaalwoorden herkennen? (p. 232)

Tekstopbouw: inleiding

De functies van een inleiding:

- aandacht te trekken

- het onderwerp te benoemen of te omschrijven

- de aanleiding te noemen

- de centrale vraag te stellen

- een mening te geven

- een samenvatting te geven

Tekstopbouw: slot

De functies van een slot:

- conclusie; met signaalwoorden als: dus, daarom, dan ook.

- samenvatting

- advies; met signaalwoorden als: het is raadzaam, het is beter, het is aan te raden.

Tekstverbanden

p. 2323

opsommend	ten eerste, ook, eveneens, bovendien, ten slotte ...
tijdsvolgorde	eerst, intussen terwijl, toen, vervolgens, ...
tegenstellend	maar, echter, toch, daarentegen, ...
uitleggend	bijvoorbeeld, zoals, zo, ...
redengevend	want, omdat, daarom, ...
concluderend	dus, dan ook, hieruit volgt, ...
vergelijkend	net als, evenals, ...

Zoek de overeenkomst

Kernzinnen

• Iedere alinea heeft een kernzin. 
• Die zin bevat de belangrijkste informatie en de rest van de alinea is daar een uitwerking van. 
• Vaak staat de kernzin op de eerste plaats, soms op de tweede plaats en soms helemaal achteraan.

Oefenen met signaalwoorden

Ik ga naar school.

Ik heb ontbeten.

                                        Ik ga naar school, nadat ik heb ontbeten.

Mijn broer voetbalt in het eerste elftal.

Hij wordt niet vaak opgesteld.

         

Mijn broer voetbalt in het eerste elftal, maar hij wordt  niet vaak opgesteld.

Hoofdgedachte

Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.

Afsluiting

• Tot straks!